Heerlense leesclub zonder naam

DAMOLEGI

 

De Heerlense leesclub zonder naam

 

De Heerlense leesclub (waarvan twee "damolegi ook lid zijn) startte een jaar na de Damolegi. Caro was de initiatiefneemster. Aanvankelijk bestond de groep voornamelijk uit vrouwen die in Heerlen les gaven aan de middelbare school. Maar er haakten vrouwen af en er kwamen andere bij.

Een echt Heerlense leesclub kan je ons nu niet meer noemen want de meesten van ons wonen elders in Limburg (Nederlands en Belgisch). Maar nu zijn we al een aantal jaren een hecht groepje van 8 dat om de 6 weken bij elkaar komt, volgens hetzelfde principe als damolegi. Iedereen stelt om beurt een boek voor en we komen samen bij de leden, ook ieder om beurt.

Een lekker hapje en een glaasje ontbreken nooit!

 

De bekeerlinge - Stefan Hertmans

 

Verslag van de bespreking.

 

1. Zeg in het kort wat je van het boek vond. Hoeveel punten op een schaal van 1 tot 10 zouden jullie dit boek geven?

 

Karin: ik werd er door gegrepen, de auteur heeft veel en goede research gedaan. Ik had soms wel wat moeite met het feit dat hij, als man, meende te weten hoe een vrouw bepaalde situaties onderging en wat ze er bij voelde. Het boek is vlot geschreven. Ik zocht veel op om te weten of bepaalde zaken, gebeurtenissen en plaatsen echt bestonden – 7

Joke: prachtig verhaal, mooie natuurbeschrijvingen ook maar af en toe wel wat overdreven . Het boek is zo nauwkeurig beschreven dat je het kan volgen met een detailkaart er bij. Ik heb het boek wel met plezier gelezen – 7

Marielle: ook ik las het boek met plezier. Het is een knap verhaal. Af en toe stoorde ik me wel aan de stijl. Die vond ik “over the top” met veel te veel en te gedetailleerde natuurbeschrijvingen. Ook vond ik dat het verhaal te veel onderbroken werd door de persoonlijke geschiedenis van de auteur. Ik vond het wel boeiend om met dit boek meer te weten te komen over de Middeleeuwen en de overeenkomsten met het heden – 7

Adèle: Ik geef een 7,5 vanwege het verhaal. Ik hou van verhalen waarmee je meer inzicht krijgt in het Joodse geloof en de beleving er van. Het eerste deel van het boek vond ik boeiender dan het tweede. Daarin was er voor mijn smaak te veel tragiek aanwezig, te veel om nog geloofwaardig te zijn – 7,5

Jacqueline: normaal hou ik niet van zo historische boeken. Maar dat had ik niet met dit boek want het was niet te zwaar. Er was afwisseling tussen het verhaal van Hamoutal en dat van de schrijver, en dat vond ik goed. Het tweede deel vond ik ook wel minder goed: te bedacht of uitgedacht. Ik vond het prettig om te lezen – 8

Henny: ik heb niet nagedacht over het mannenperspectief zoals Karin dat aanhaalde. Maar ik vond inderdaad sommige dingen niet echt authentiek. Zo is er bijvoorbeeld het stuk als Hamoutal buiten zinnen geraakt. Dat had er niet in gehoeven. Hoe ze met haar kinderen omging vond ik ook vreemd. Ook de kennismaking tussen Hamoutal en haar latere man vond ik ongeloofwaardig. Wat er beschreven werd in het tweede gedeelte van het boek was te veel giswerk want daarover was niets bekend. De natuurbeschrijvingen vond ik ook af en toe er over. – 7

Marion: ik vond het een goed boek. Ik heb het met plezier gelezen. Het historische verhaal vond ik erg boeiend. Ik vond wel dat de historische personages nogal afstandelijk werden beschreven en bekeken. Ook hoe Hamoutal verliefd werd vond ik ongeloofwaardig – 7,5

Lili: Stefan Hertmans heeft de formule van zijn succesboek “Oorlog en Terpentijn” nog eens willen overdoen: het vertellen van een waar gebeurd verhaal, afgewisseld met de zoektocht, de indrukken en de gevoelens van de auteur. Maar daar waar “Oorlog en Terpentijn” me wel raakte in die delen waarin de geschiedenis werd verteld van de grootvader van Hertmans, raakte dit boek me niet echt, ondanks de toch wel heftige belevenissen van de hoofdpersoon. Het is erg afstandelijk geschreven, met een veelvoud aan adjectieven, en doorspekt met allerlei weetjes, de ene keer boeiend en relevant, de andere keer niet ter zake doend. Ik heb wel bijgeleerd over de periode waarin dit verhaal zich afspeelt, namelijk in de tweede helft van de 11e eeuw. Maar eigenlijk lees ik daarvoor toch liever een non-fictie boek.- 6

Nicolette (kon er niet bijzijn deze keer): voor het verhaal geef ik een acht, voor de stijl een zes, te veel adjectieven – 7

 

2. Op pagina 298 zegt de auteur “ik weet zo weinig”. Wat weet hij wel?

 

Wat vaststaat is dat er ooit een katholieke vrouw heeft bestaan die met een Joodse man is getrouwd, dat er pogrom(s) plaatsvonden, ook op het einde van de 11e eeuw in Monieux, dat er verschillende Kruistochten plaatsvonden.

Rond al die feiten heeft de auteur een verhaal gesponnen. Daar is op zich niets mis mee natuurlijk. Een verhaal moet niet echt gebeurd zijn, een roman moet niet gestoeld zijn op historische feiten. Maar het moet ook een redelijk geloofwaardig verhaal blijven.

Omdat de auteur nogal te koop loopt met wat hij allemaal weet, ook op de bijeenkomst vorige week, vragen we ons af of hij het wel meent dat hij zo weinig weet.

 

3. Hoe is het boek opgebouwd? Wat vond je van de constructie van het boek: het historische verhaal naast het verhaal van de schrijver? Vond je dat dit het boek ten goede kwam of niet niet? En waarom?

Een recensent schrijft hierover: “De tegenwoordigheid van de auteur kruidt het verhaal met interessante observaties vanuit het hier en nu, maar dit creëert ook afstand, waardoor we, hoe schrijnend het verhaal ook is, nooit echt helemaal met Hamoutal meeleven.” Eens of niet?

 

Door die twee verhaallijnen naast elkaar te plaatsen maak je de zoektocht naar het echte verhaal van Hamoutal mee en dat is boeiend. Het is een meerwaarde voor het boek, voor een deel van de groep. Het historische verhaal op zich zou heel mager geweest zijn zonder het bijkomend verslag van de zoektocht van de auteur.

Voor anderen was het verhaal van de schrijver meer storend, onderbrak het het verhaal en maakte het inderdaad de beschrijving van de gebeurtenissen rond Hamoutal afstandelijker.

 

4. Wat vind je van de aanduiding “roman” voor dit boek?

 

Het is een geromantiseerd historisch verhaal, afgewisseld met een reële zoektocht naar de geschiedenis. Maar het is wel degelijk een roman, een historische roman gebaseerd op deels historische feiten.

 

 

5. Tussen de regels lees je vergelijkingen van de tijd van toen met de tijd van nu. Vond je dat goed uitgewerkt of niet?

 

Er zijn veel parallellen tussen de tijd van toen en die van nu. Er zijn steeds vluchtelingen geweest, achtervolgde mensen, al dan niet omwille van hun geloof. Je kan de Kruistochten vergelijken met de extremistische aanslagen van nu. Beiden brachten/brengen veel haat teweeg.

Er zijn ook steeds min of meer vreedzame periodes geweest, en ook plaatsen waarin mensen, van verschillende origine en geloofsovertuiging, wel vreedzaam samen woonden afgewisseld met periodes van meer wrijvingen.

Dit is wel goed uitgewerkt door de schrijver. Hij wijst er niet te nadrukkelijk op maar maakt het toch voor iedereen duidelijk.

 

6. Welke plaats neemt de Joodse gemeenschap in op het einde van de 11e eeuw?

 

Welk effect heeft de eerste kruistocht van Raymond van Toulouse op het dorp en op Hamoutal?

Ook in die tijd werd er al verdeeldheid gezaaid tussen katholieken en Joden. Wat het dorp betreft, dat werd door de pogrom totaal verwoest. Het had wel als resultaat dat de inwoners, van welke overtuiging dan ook, achteraf moesten samenwerken om te overleven.

Voor Hamoutal maakt de eerste kruistocht een einde aan haar kortstondige geluk met haar man en kinderen. Ze verliest hen allemaal en van die dag af heeft zij enkel nog verdriet en zorgen.

 

7. Wat heeft de liefde Vigdis Adelais of Hamoutal gebracht?

 

De liefde heeft Hamoutal enige korte periodes van geluk gebracht, maar ook heel veel verdriet en groot verlies.

Maar in tegenstelling tot het rijkere katholieke milieu waaruit zij afkomstig was, werd zij in de Joodse gemeenschap meer als individu erkend en niet enkel als vrouw die de familie met een “goed huwelijk” voordeel moest brengen, en voor het overige niets te zeggen had.

 

8. Waarom vertelt de vrouw van Obediah het verhaal van de herder en de uil?

 

Stefan Hertmans heeft op de bijeenkomst in Meerssen op 30 maart, waarop hij over dit boek kwam spreken, die vraag ook gesteld gekregen. Hij heeft dit verhaal van de herder en de uil volledig zelf verzonnen. Maar op de vraag waarom dit verhaal en wat er de bedoeling van was, heeft hij niet geantwoord. Als hij zelf geen betekenis kan geven zullen wij er ook maar geen trachten te vinden.

 

8. In het boek ‘Kruistocht in spijkerbroek’ van Thea Beckman komt een jongen via een teletijdmachine terecht in de kinderkruistocht van 1212. Ook de ik-figuur in ‘De bekeerlinge’ voelt zich op pagina 124 alsof hij met een tijdmachine in Narbonne is terecht gekomen. Waar in het boek zit hij heel dicht bij de tijd van toen?

 

Hij zit er dicht bij als hij de verschillende oude gebouwen bezoekt waar de hoofdpersoon ook zou kunnen geweest zijn, als hij de muur aanraakt die zij ook aanraakte, als hij het oude bad in Monieux ontdekt.

 

9. Zie je nog meer verwijzingen naar andere boeken en schrijvers? Wat is de functie daarvan?

 

De schrijver verwijst naar Marcel Proust. De plaats waar Hamoutal en David voor het eerst de liefde bedrijven situeert hij in de omgeving van het huis van de tante van Proust, waar deze schrijver ook verbleef.

“Ik herinner me hoe aangegrepen ik was, de eerste keer toen ik hier kwam, door de kleurige vlekken die de zon door de gebrandschilderde raampjes op de tegels van de oude vloer werpt, en die voor Proust aanleiding waren voor zijn bedenkingen over het licht en de tijd. Nu zoek ik een ander licht en een andere tijd...”

Hij verwijst ook naar Camus, tijdens de vlucht van Hamoutal, na de pogrom in haar dorp: “ Er zijn niet veel makkelijke routes, ook vandaag de dag niet – ze moet voorbij Bonnieux, richting het huidige Lourmarin, waar nu de lezers van Camus steentjes leggen op zijn eenvoudig graf; ze moet snel verder, dwars door de verlaten bossen en dalen;”

De betekenis of functie hiervan is niet duidelijk. Er zijn ook verwijzingen naar andere kunstenaars en andere kunstdisciplines, zoals bouwkunst, muziek… Je zou kunnen denken dat de auteur graag laat zien hoeveel hij weet.

De titel van het bekendste werk van Proust zou natuurlijk wel een verwijzing naar dit boek kunnen inhouden: “A la recherche du temps perdu”. Ook de ik-figuur in “De bekeerlinge” is op zoek naar het verleden, naar een tijd die voorgoed voorbij is. “A la recherche du temps perdu” bestaat uit 7 delen. Het 6e deel had oorspronkelijk als titel “La fugitive”, in het Nederlands vertaald als “De voortvluchtige”. Dus hier ook een overeenkomst met het boek van Hertmans.

 

10. Het motto van het boek luidt: “De vorm van de tijdloosheid is het hier en nu.”– Thomas Mann Wat betekent dit? Wat is de link met het boek? Welke relatie is er tussen het motto en het eind van het boek?

 

Het verhaal van “De bekeerlinge” is een verhaal van alle tijden. Godsdienstvervolgingen, mensen die op de vlucht moeten slaan, tweedracht en haat omwille van geloofs- en andere overtuigingen… het heeft altijd bestaan.

De laatste zin van het boek luidt: “De wereld tolt, maar als je even je adem inhoudt, staat hij stil.” Dit is een erg mooie die ook iets tijdloos heeft.

De voorlaatste alinea begint zo: “Hier bestaan nog van die droomachtige middagen waarop de trage witte wolken doen denken aan reusachtige, slapende Griekse goden die door het Elysium drijven en ons een glimp beloven van het paradijs.” De ik-figuur gaat in de zon liggen, op de plaats waar hij veronderstelt dat de beenderen van Hamoutal eerder lagen en bedenkt zich dit. Het is een tijdloze plaats.

 

11. Een oefening in empathie, noemt Hertmans het boek tijdens verschillende interviews.

Is het een geslaagde oefening?

 

We zien dit boek niet echt als een oefening in empathie. De schrijver heeft dit misschien wel willen bekomen maar daar is hij volgens ons niet in geslaagd. Het verhaal was daarvoor vaak te expliciet en te gekunsteld. Ook was het soms zo gruwelijk dat je er als lezer moeite bij hebt om het je voor te stellen.

 

12. Een recensent van de Vlaamse krant De Standaard liet het volgende optekenen: “Het is niet omdat een boek gemakkelijk wegleest, dat het een goed boek is. Het moet ook nog ergens over gààn... Je kan plezier aan een boek beleven, maar daarom is het nog geen goed boek. Een boek kan een wereldbeeld of een interessante karakterschets bevatten, een unieke stijl hebben. Af en toe mag het moeite kosten om je daartoe te verhouden. Maar het omgekeerde geldt ook: een boek is niet belangrijker naarmate het ondoordringbaarder is.”

Wanneer is een boek voor jullie een goed boek? Wat maakt een boek voor jullie tot een goed boek? Wat primeert: de stijl of het verhaal?

 

Veel hangt er van af waarom je een boek leest. Je kan lezen om je te ontspannen, om de realiteit even te ontvluchten, om eens goed te lachen, je kan het doen om te leren.

Voor een paar onder ons is het zeker de stijl die primeert. Ook een thriller is leuk om te lezen en kan erg goed zijn, maar dan moet de schrijfstijl goed zijn.

Het is echter moeilijk te omschrijven wat “een goede schrijfstijl” is. Dat is ook voor iedereen niet hetzelfde.

Een boek is goed als het iets bij je raakt, als het een emotie losmaakt, als je je er vragen door gaat stellen of als het je inzicht geeft in jezelf.

De vraag van de recensent zou eigenlijk niet moeten gaan over de vraag wat ‘een goed boek’ is, wanneer een boek ‘een goed boek’ is, maar wanneer is een boek ook literatuur.

Dit is een vraag om zeker ooit nog eens terug te komen.

 

 

De gebroeders Sisters - Patrick deWitt

 

Korte inhoud

 

1851 in de VS. De twee broers Eli en Charlie Sisters zijn huurmoordenaars in dienst van een machtig man, de Commodore. Ze krijgen de opdracht naar Californië te gaan om daar een goudzoeker om te brengen die geld zou gestolen hebben van de Commodore.

Onderweg beleven ze allerlei avonturen en de goudzoeker blijkt toch geen dief te zijn.

Het leven van de broers neemt uiteindelijk een ommekeer.

 

Bespreking

 

Iedereen las het boek graag hoewel een paar leden er in het begin wat moeilijk mee hadden.

Het boek is vaak grappig, de broers hebben een origineel taaltje dat je niet verwacht van huurmoordenaars. Dit nogal hoogdravende taaltje is wellicht al grap bedoeld . Het is een verfrissend boek.

 

De minpunten waren:

Het einde dat overbodig was of afbreuk deed aan het boek. Het zou beter geëindigd zijn nadat Charlie en Eli al hun geld verloren.

De intermezzi waarvan de betekenis en de functie onduidelijk of onbestaande was.

De plotselinge ommekeer van Charlie die een beetje ongeloofwaardig was.

De gewelddadigheid die er in voorkomt.

 

Het boek is een anti-western of een zwarte western omdat het de zwarte, donkere kant van het leven in het Wilde Westen toont.

De verschillende passanten die de broers op hun reis ontmoeten zijn vreemde snuiters, eerder stereotypes.

Het thema is goed en kwaad, of familie- /broederbanden.

De tekeningen op de omslag en op de tussenbladen zijn erg knap en origineel en toepasselijk op het verhaal. Op de omslag zie je een doodshoofd en tegelijk ook twee gewapende mannen.

Het is geen boek waarmee de auteur de Nobelprijs zou verdienen maar het is leuk om te lezen.

Lees ook elders op deze site een recensie van dit boek.

 

Ik rouw van jou - Jonathan Tropper (oudere titel "Zeven dagen, zeven nachten")

 

Korte inhoud

 

De vader van de Joodse Foxman familie overlijdt. Hij had als laatste wens geuit dat zijn vrouw en kinderen een week samen moesten rouwen, Sjive zitten.

Tijdens het rouwen worden oude wondes open gereten, wordt eindelijk besproken waar altijd over gezwegen werd. Het boek wordt verfilmd met in de hoofdrollen Jason Bateman, Jane Fonda en Tina Fey.

 

Bespreking

Heel grappig was dit!

De helft van de groep had zich uitstekend vermaakt met dit boek en de andere helft vond er niets aan.

 

Positief: met plezier gelezen, grappig, interessant wat de Joodse gebruiken bij het rouwen betreft, fijngevoelig, verfrissende schrijfstijl, leuk vakantieboek, relaties tussen broers en zussen boeiend beschreven, geschreven als een filmscenario, heb er heel hard om moeten lachen.

 

Negatief: oppervlakkig, je weet niets van de karakters, het zijn stereotypes, het boekenequivalent van een Amerikaanse weekendfilm, niet grappig, te veel seksualiteit, geen diepgang, verschrikkelijk, plat en vulgair boek, vrouwonvriendelijk.

 

Thema: familiebanden.

Er wordt veel in de steek gelaten in dit boek. De hoofdpersoon rent telkens weg als er iets mis loopt.

De nieuwere titel is een slechte vertaling van de oorspronkelijke titel "This is where I leave you". De titel waaronder deze roman eerst in het Nederlands verscheen dekt de lading beter. Een mogelijke titel zou zijn "Van hier af laat ik je gaan".

 

 

 

Muidhond – Inge Schimperoord

 

Korte inhoud: Jonathan is een man van 30. Hij werd veroordeeld voor zedenfeiten met een minderjarige maar in hoger beroep werd zijn veroordeling verbroken. Nu mag hij de gevangenis verlaten maar ook zijn behandeling daar wordt stopgezet.

Hij keert terug naar zijn moeder, met wie hij in een oud huisje woont in een wijk die wordt afgebroken, in een stadje aan zee.

Zij leven allebei erg teruggetrokken. Zijn moeder spreekt met hem niet over wat er gebeurde. Jonathan kookt en poetst voor haar, gaat met de hond wandelen, en vissen. Hij is en blijft een eenzaat. Op een dag vangt hij een grote zeelt, een “muidhond”. Die neemt hij mee naar huis en zet hem in een aquarium.

In een van de weinige huizen die er nog staan in de wijk woont een, eveneens eenzaam, meisje met haar moeder. Aanvankelijk houdt Jonathan afstand maar het eenzame kind hunkert naar contact en vriendschap. En dat is gevaarlijk voor Jonathan!

 

Bespreking: Iedereen vond het een heel erg tragisch en triest verhaal, in die mate dat het nodig was het boek af en toe weg te leggen, of zelfs te overwegen om niet verder te lezen, omdat het te beklemmend en aangrijpend was. Mooie taal en beeldspraak die het personage dicht bij de lezer brengen, hoewel er ook waren die het verhaal nogal geconstrueerd en gekunsteld vonden, en duidelijk door een therapeute geschreven. Overigens rees ook de vraag of de taal en de therapeutische termen die gebruikt worden door Jonathan wel overeenkomen met zijn verstandelijke ontwikkeling die als “onder het gemiddelde” worden beschreven. Maar onder het gemiddelde wil natuurlijk niet zeggen zwakbegaafd.

Het motto van de roman luidt: “de mens die vraagt, en de wereld die op een onredelijke manier zwijgt”. Dit zou kunnen verwijzen naar mensen als Jonathan, die hulp nodig hebben, maar die niet krijgen in de samenleving, die aan hun lot worden overgelaten. Maar het volledige citaat van Camus is 'het absurde ontstaat uit de confrontatie van de mens die vraagt, en de wereld die op een onredelijke manier zwijgt', en verwijst naar het onvermogen van de mens om de wereld en de chaos daarin te begrijpen.

(zie in dit verband: http://www.academia.edu/15119080/Chaos_niet_dan_Chaos._Existentialisme_in_het_vroege_werk_van_Willem_Frederik_Hermans , 1.4 Albert Camus, §1 Absurditeit)

De schrijfster verklaarde zelf dat zij een ruimer thema dan enkel pedofilie wilde aansnijden. Een ruimer thema van dit boek kan zijn: eenzaamheid en onmacht, het zich niet thuis voelen in de wereld, mensen die aan hun lot worden overgelaten.

De vis die Jonathan als huisdier houdt is een soort zeelt, ook een eenzaat onder de vissen, een teruggetrokken en schichtige vis, die zich in de modder verbergt. De muidhond is dus een metafoor voor de hoofdpersoon. Aan de vis worden ook geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Maar deze muidhond slaagt er niet in Jonathan te “genezen” of te helpen. Hij sterft uiteindelijk en daardoor kon het met Jonathan ook niet meer goed aflopen. De dood van de vis luidt zijn ondergang in.

Als lezer wordt je onvermijdelijk meegezogen in het verhaal van Jonathan. Het is vanuit zijn gedachten geschreven. Voortdurend beleven we mee hoe hij vecht tegen zijn aandrang, hoeveel moeite het hem kost om de raadgevingen, die hij in de therapie meekreeg, na te leven. Hoewel de daden van de hoofdpersoon onze afschuw opwekken, vat je als lezer wel enige sympathie voor hem op. Hij is hulpeloos, weet niet wat hij moet doen, kan het ook niet. Hij is niet in staat de professionele hulp in te roepen die hij nodig heeft. Nochtans doet hij erg zijn best. Van zijn moeder krijgt hij geen hulp want ook zij kan het niet. Zij ziet als enige oplossing haar zoon naar een godsdienstige bijeenkomst van leeftijdsgenoten te sturen.

Het jonge meisje Elke is de enige mens van wie hij vriendschap krijgt en aan wie hij vriendschap schenkt. Hij is bekommerd om haar maar tegelijkertijd is hij bang om de controle over zichzelf te verliezen. Stilaan merk je dat hij zichzelf niet meer in de hand houdt. Dit begint als het meisje op zijn kamer komt. Hij wil fysiek afstand houden maar het kind, dat ook hunkert naar genegenheid, begrijpt zijn signalen niet. Als hij dan hoort dat er nieuwe feiten in het gerechtsdossier tegen hem zijn opgedoken, wordt hij helemaal door paniek en angst overmand en verliest hij elke controle over zichzelf. Als hij het levenloze meisje in het vennetje aantreft voelt hij zich schuldig aan haar dood, en alles wat hij doet zou enkel maar doen vermoeden dat hij er ook schuld aan heeft. Hij beseft dat het met hem afgelopen is!

Na bespreking werd deze roman door de groep met gemiddeld 7,4 gequoteerd.

 

Judas - Amos Oz

 

Korte inhoud

 

Jeruzalem, winter 1959. De 25-jarige Sjmoeël , die student Geschiedenis en Godsdienstwetenschappen is en een werkstuk over Judas schrijft, zit in zak en as. Zijn vader heeft niet langer geld om zijn studies te betalen, zijn verloofde maakt het uit en zijn Kring voor socialistische Vernieuwing is uiteengevallen bij gebrek aan vrouwelijke leden. Hij besluit zijn studies stop te zetten. In een van de universiteitsgebouwen ziet hij een advertentie hangen waarin iemand gevraagd wordt om , tegen kost en inwoning, een oudere heer gezelschap te houden. Hij besluit zijn kans te wagen en dat lukt. Hij komt terecht in een huis waarin een oudere man, Gersjom Wald, en zijn schoondochter Atalja wonen. Het is een vreemd huis met eigenaardige regels. Sjmoeël luistert naar de monologen van de oudere heer maar ze luisteren ook naar het nieuws en praten en discussiëren vaak urenlang. En hij wordt al snel verliefd op Atalja. Die houdt echter de boot af. Ondertussen tracht hij ook nog verder te werken aan zijn scriptie over Judas. Is Judas een verrader of had hij eerlijke bedoelingen? Stilaan komt Sjmoeël meer over de inwoners van het huis te weten en over hun geschiedenis, maar ook over de dagen waarin de staat Israël werd gesticht.

 

Bespreking

 

Iedereen vond het een boeiend boek met beeldende taal. Maar af en toe waren de beschrijvingen van de straten en de omgeving waar Sjmoeël rondloopt wel wat lang. Maar dat gold niet voor iedereen.

Ook was lang niet alles duidelijk zoals bijvoorbeeld de geheimhoudingsclausule die Sjmoeël moet ondertekenen vooraleer in het huis bij Atalja te mogen komen werken. Waarom is dat? Daar werden toch geen staatsgeheimen besproken.

Punten: gemiddeld 7,4.

 

Al de mensen, die in het huis wonen waar Sjmoeël terecht komt, zijn eenzaam. En zij hebben af te rekenen met gebeurtenissen uit het verleden. Gersjom Wald met de dood van zijn zoon Micha (de man van Atalja) en met de meningen van zijn oude overleden vriend Abarbanel, de vader van Atalja. Die was tegen de stichting van een Joodse staat en wilde liever dat Arabieren en Joden vreedzaam samenleefden. Ook Atalje worstelt met het verleden.

 

Het huis, dat vroeger aan Abarbanel toebehoorde, lijkt wel een magische plaats waar de inwoners een soort van winterslaap houden. Of ook een soort van tempel met verboden plaatsen waar niet iedereen mag komen, tenzij na een ritueel te hebben ondergaan. Je moet een gevaarlijke drempel over om er binnen te komen.

 

Thema van het boek is verraad. En dat komt niet alleen tot uiting in de vraag die Sjmoeël in zijn scriptie stelt “was Judas een verrader?”, maar ook in het leven van de hoofdpersonen.

Sjmoeël voelt zich door zijn verloofde verraden die trouwde met “haar gehoorzame hydroloog, de expert in het opslaan van regenwater” maar nog meer door zijn vader omdat die niet langer zijn studies betaalt.

Maar op zijn beurt verraadt hij ook zijn ouders want hij had graag andere ouders gewild.

Gersjom Wald voelt zich verraden door zijn zoon omdat die in het leger ging, terwijl zijn vader daar tegen was.

En Atalja voelt zich verraden en achtergelaten door haar gesneuvelde man Micha.

Micha zelf werd echter ook verraden want hij werd door zijn vrienden of medesoldaten gewond achter gelaten.

 

De vrouwen in het boek worden niet echt goed uitgewerkt of wel zijn het eigenaardige vrouwen, geen echte mensen. Atalja bijvoorbeeld is gekunsteld als personage. Is het werk dat ze doet echt of niet, dat is niet duidelijk. Ze komt naar voren als een vreemde vrouw, niet echt warm. Een mannengebruikster ook, wat zij zelf overigens niet ontkent: “Mannen liefhebben is onmogelijk. De hele wereld is al duizenden jaren in jullie handen en jullie hebben hem veranderd in een gruwel. In een slachthuis. Misschien kan ik jullie alleen nog gebruiken. Soms zelfs medelijden met jullie hebben en proberen jullie een beetje te troosten. Waarvoor? Ik weet het niet. Misschien voor jullie onvermogen.”

 

Ondanks het zware thema zit er af en toe echter ook humor in het boek. De manier bijvoorbeeld waarop Sjmoeël wordt beschreven, zoals hij loopt “achter zijn neus aan”, met zijn met babypoeder bestrooide baard. Zoals zijn voormalige verloofde hem beschrijft, als een man die niet kan luisteren omdat hij de hele tijd zelf praat.

En zijn melodramatische houding als hij een schorpioenensteek oploopt en dan denkt te sterven en hoe hij zich voorstelt dat iedereen rouwt om hem; eindelijk erkenning!

Of de beschrijving van de bijeenkomsten van de Kring voor Socialistische Vernieuwing, waar de intellectuelen over de bevrijding van de arbeiders praten terwijl de echte arbeiders een paar tafels verderop zitten en de opheffing er van: “Onder de vier leden die zich afscheidden, waren ook de twee vrouwen van de kring, zonder wie het geen zin meer had.”

 

Het boek is geschreven in de derde persoon en vanuit het perspectief van Sjmoeël.

De twee vaders die in het boek worden beschreven, die van Micha en die van Atalja hadden elk twee extreme standpunten. Pro en contra de Joodse staat. Sjmoeël is de twijfelaar. We vroegen ons af of de eeuwig twijfelende Sjmoeël een alter ego is voor de auteur die in zijn land aan kritiek bloot staat omdat hij het beleid van de regering vaak afkeurt en omdat hij een van de leiders is van de vredesbeweging “Vrede nu”.

En op het einde van het verhaal is Sjmoeël nog steeds dezelfde twijfelaar. Hij ziet een jonge mooie vrouw aan een raam en denkt dat die hem wel raad kan geven over hoe hij zijn leven nu moet aanpakken, nu hij het huis van Atalja heeft moeten verlaten. Maar dan is de vrouw weer weg en dan staat hij daar weer. "En hij bleef staan om zich af te vragen." , zo luidt de laatste zin van het boek.

 

Ook de figuur van Judas, verrader of niet bespraken we even. De insteek van Sjmoeël is best boeiend maar wat is er toen werkelijk gebeurd meer dan 2000 jaar geleden en wie heeft er gelijk? Dat is nu nog moeilijk te achterhalen.

 

Het motto van het boek is "Daar rent de verrader aan de rand van het vveld. Niet de levende maar de dode werpt naar hem de steen." We beschouwen dit als het zelfverwijt van de levenden, hun schuldgevoel omdat zij er nog zijn en vele anderen niet.

 

Tot slot nog een citaat van Atalja waarin zij haar visie op haar land verwoordt: “…en van nu af beleven de Arabieren dag aan dag de ramp van hun nederlaag en de joden beleven nacht aan nacht de angst voor hun wraak. Zi is het waarschijnlijk veel beter voor iedereen. Twee volken verteerd door haat en gif en allebei zijn ze doordrongen van wraak en gerechtigheid uit de oorlog gekomen. Hele rivieren van wraak en gerechtigheid. En door al die gerechtigheid is het lele land overdekt met begraafplaatsen en bestrooid met de ruïnes van honderden arme dorpen die vroeger bestonden en nu weggevaagd zijn.”

 

 

Gloed - Sandor Marai

 

Iedereen heeft van dit boek genoten.

Zowel de taal, de stijl als het verhaal vonden we mooi.

Wie het een tweede keer las en het verhaal al kende, genoot nog meer van de manier waarop het boek is geschreven.

Het is een verhaal dat doet nadenken. Over vriendschap, over vergeving, over rancunes.

 

De Circel - Dave Eggers

 

Dave Eggers heeft met dit boek willen waarschuwen voor de gevaren van internet en de sociale media.

 

Dit is een erg boeiend en actueel onderwerp maar hij heeft het er wat de dik opgelegd. Alles wordt dermate uitgesponnen en uitgelegd alsof het een kinderboek is en dat wordt op de duur saai en vervelend.

Het eerste deel van het boek was wel beter maar het blijft maar duren en daardoor neemt je interesse als lezer af en wordt het zelfs ongeloofwaardig.

Dit onderwerp had op een heel andere manier kunnen verwerkt worden in een roman. Want de gevaren waarvoor Eggers wil waarschuwen zijn er wel degelijk natuurlijk.

 

Het personage Mae, die we als de hoofdpersoon kunnen beschouwen, is in het begin van het verhaal een onzekere jonge vrouw die uit haar verstikkende thuismilieu weg wil en dolgelukkig is met haar job bij de Cirkel. Langzaamaan ontwikkelt ze zich echter tot een berekenende en nietsontziende carrièrejaagster die er niet voor terugdeinst haar weldoenster en vriendin Annie aan haar lot over te laten. Haar oudste vriend Mercer wordt zelfs door haar toedoen de dood ingejaagd.

Zelfs de liefde moet wijken voor haar carrière.

De schrijver gebruikt veel symboliek zoals het beeld van de alles opslokkende haai die staat voor de Cirkel.

 

Aan het eind van Boek I komt Mae in haar openbare boetedoening tot deze drie uitspraken:

- ‘Geheimen zijn leugens’

- ‘Delen is mee-leven’

- ‘Privacy is diefstal’

Er zijn mensen die het gevaar niet inzien van het prijsgeven van alle privacy, die zeggen dat ze niets te verbergen hebben en er dus ook geen probleem mee hebben dat de hele wereld ales van hen kan te weten komen. Maar het gevaar bestaat er in dat al die gegevens ergens bewaard blijven en dat de maatschappij en de machthebbers kunnen wisselen. Wie nu misschien van die gegevens geen misbruik maakt kan dat in de toekomst misschien wel doen. Als een Hitler aan de macht zou komen in het internettijdperk dan zouden de gevaren wel eens snel aan het licht kunnen komen.

 

Aan het eind van Boek II moet Mae een beslissing nemen. Het begin van Boek III maakt duidelijk welke keuze ze gemaakt heeft. Voor de meesten van ons was die keuze wel degelijk verassend. Zij waren van mening dat Mae tot inzicht zou komen, dat ze het bedrijf de rug zou toekeren en kiezen voor echte waarden zoals vriendschap en liefde. Maar niet dus.

Ze laat Annie, die haar vriendin is en die haar aan haar job bij de Cirkel geholpen heeft, vallen. En ook Kalder, die vertrouwen in haar stelde en blijkbaar ook van haar hield, wordt het slachtoffer van de ambitie van Mae.

 

Recensenten vonden de roman thematisch vaak wel interessant, maar toonden zich kritisch over de literaire kant van het boek. De meerderheid van de groep was het met deze stelling eens zoals hierboven al aangehaald.

 

Het is jammer dat een dergelijk relevant en actueel onderwerp op zo een vrij simplistische wijze is uitgewerkt in deze roman.

 

Violeta en de engelen – Dulce Maria Cordoso

 

Dulce Maria Cardoso is een Portugese schrijfster. Ze werd geboren in 1964 in Portugal maar verhuisde als baby met haar ouders naar de toenmalige kolonie Angola. Ze bracht haar jeugd door in Angola en kwam in 1975 terug naar Portugal, kort na de Anjerrevolutie. Zij studeerde rechten en debuteerde als schrijfster in 2002. “Violeta en de engelen” waarvan de Portugese titel “Os meus sentimentos “ luidt was haar tweede boek. Dulce Maria Cardoso won met dit boek de Europese literatuurprijs 2009.

Het boek was voor niemand een gemakkelijke kluif in het begin. De stijl waarin het geschreven werd is vreemd en je moet er aan wennen. Maar eenmaal die hinderpaal overwonnen werd het boek boeiender. Het hele boek is een stream of conciousness, zonder chronologie, net zoals gedachten zich in je hoofd afspelen, zonder logica soms, verwarrend, met associaties, terugkerende gedachtes = herhalingen in de tekst.

 

Het is een boek over herinnering en pijn. Pijn die weggedrukt wordt, verstopt achter een muur van zelfspot. Maar ook anderen pijnigen omwille van je eigen pijn. Violeta zegt over haar dochter dat zij geboren is opdat er iemand is die haar pijn kan doen: : “Je bent geboren omdat ik de zekerheid wilde hebben dat er iemand was die mij pijn kon doen.” Maar dat zou inhouden dat niemand anders Violeta gekwetst heeft en dat is toch wel het geval. Omwille van haar gestalte wordt ze afgewezen door haar moeder: “Niemand kan je zoveel pijn doen als je eigen moeder”. Haar vader geeft haar ook geen steun, is een afwezige figuur, letterlijk en figuurlijk.

 

Ook verraad is een thema in het boek want het komt veelvuldig voor: Violeta’s moeder verraadt haar dochter, Angelo verraadt zijn vader, Dora verraadt Violeta en ook Violeta verraadt haar dochter. Ze weet dat Dora veel van het huis van haar grootouders houdt maar toch verkoopt ze het. Violeta wil hiermee van haar verleden loskomen maar dat is iets wat uiteraard niet lukt met je ouderlijk huis te verkopen. Aan je verleden kan je niet ontkomen of ontsnappen zegt Violeta zelf in het boek.

Violeta is een tragische figuur, hunkerend naar liefde laat ze zich gebruiken. De scenes met de vrachtwagenchauffeurs langs de snelwegparkings zijn verschrikkelijk en vernederend. Maar ondanks al die tragiek, pijn en vernedering is het boek toch vaak grappig, cynisch ook. We dachten echter niet dat deze roman ook zou gesmaakt worden door mannen.

 

Het boek eindigt zoals het begon met een rit langs de snelweg. Het was niet zo duidelijk wie er op het laatst onderweg was. Was het Violeta of was het haar dochter Dora, op weg naar haar geliefde? Of was het Dora met de ‘geest’ van Violeta er doorheen?

 

Deze roman was omwille van zijn aparte stijl ook een aparte leeservaring.

 

De haas met de amberkleurige ogen – Edmund De Waal

 

Het was een boeiende bespreking ondanks het feit dat de minderheid van de groep het boek helemaal uitlas, en ondanks het feit dat het eerste rondje, waarin we in het kort vertelden hoe we het boek vonden, het volgende opleverde:

- Slaapverwekkend,

- Saai en dan vooral het begin van het boek

- elitair “mijn goudomrande familie”,

- geen emoties,

- pas leuk en boeiend vanaf de inval van de Duitsers in Oostenrijk.

 

Nochtans waren de recensies unaniem lovend. En hoe: Iedereen die het leest is er dolblij mee - het boek van het jaar - je kan het gerust ongelezen aan iemand cadeau doen - het beste boek dat ik in tijden heb gelezen! Het nam me mee en voerde me mee – op meeslepende wijze geschreven - een kostbaar kleinood… Tot hier de bloemlezing.

 

Dit vonden we toch echt overdreven en zelfs onbegrijpelijk. Onder een boeiend en meeslepend boek verstaan we wel iets anders. Dan moet het boeiend en meeslepend zijn in zijn geheel en niet slechts in bepaalde onderdelen!

 

Maar Marielle had voor heel goede vragen gezorgd die ook diegenen, die het boek niet helemaal uitgelezen hadden, ook aan de discussie lieten deelnemen.

Een samenvatting van de bespreking.

 

Het boek is geen roman. Het gaat over feiten en niet over emoties. Het is een zoektocht naar de geschiedenis van de familie van de schrijver en een tijdsbeeld van een elitaire bovenklasse.

 

Enkele van de familieleden werden besproken.

Charles is niet getrouwd, hij moest niet werken maar had wel een soort van schrijversloopbaan. Hij is nogal bezig met uiterlijkheden en hij legt zich toe op wat we tegenwoordig ‘netwerken’ noemen. Hij is kunstkenner en mecenas van verschillende kunstenaars in wiens kringen hij zich ook verkeert.

Charles is erg onder de indruk van de impressionisten. Later keert hij terug naar de oude Empire stijl en dit lijkt wel erg vreemd, dat iemand zo een ommekeer, of beter een terugkeer maakt.

Elisabeth is voor ons de heldin van het verhaal en het is jammer dat er niet meer over haar werd geschreven. Zij is een boeiende en erg sterke vrouw. De eerste vrouw die in Wenen universitaire studies deed.

In het algemeen wordt er door De Waal niet sympathiek over vrouwen geschreven, niet enkel het gebrek aan aandacht voor Elisabeth is tekenend hiervoor. Hij vertelt ook helemaal niets over zijn eigen moeder. En de Japanse meisjes die zich uit armoede prostitueren worden op een neerbuigende manier beschreven.

Het verschil tussen Charles in Frankrijk en Victor in Wenen wordt ook besproken. Charles is flamboyant, heeft passies en leeft daarvoor, hij onderneemt zelf terwijl Victor alles laat gebeuren, zijn leven overkomt hem en hij heeft geen passies.

 

Over het Japonisme in de tijd van Charles: de belangstelling voor de kunst uit Japan was typisch voor de tijd van de impressionisten. Tot 1854 had Nederland het monopolie op de invoer van Japanse kunstwerken. Maar daarna werd er Japanse kunst ingevoerd in al de landen van het westen. De Nederlandse schilder Van Gogh maakte zelfs kopies van werken van Hiroshige en ook eigen interpretaties zoals zijn schilderijen van bloesems.

 

De Ephrussi familie woonde oorspronkelijk in Odessa en de schrijver dacht aanvankelijk dat ze die stad ontvluchtten om zich cultureel te ontwikkelen. Maar Odessa was in die tijd een rijke culturele stad. De echte reden waarom de familie zich verspreidde over verschillende steden was dat zij hun imperium wilden uitbreiden en veilig stellen.

In het boek wordt er aangehaald dat antisemieten in verband met de rijkdom van sommige Joodse families het woord “onverzadigbaar” gebruiken. Dit zou kunnen voorkomen uit jaloezie. Misschien waren de Joodse families die Charles kende, net zoals zijn eigen Joodse familie, erg rijk. Maar niet al de Joden waren dat. Als je denkt aan de families in Polen in de sjtetls is er van rijkdom niet echt sprake. Wat ons wel verwonderde en zelfs verbijsterde is dat zo veel van de impressionisten ook antisemitische gevoelens koesterden.

 

Het was erg angstwekkend en heftig te lezen hoe de Duitsers Wenen en de villa van de familie binnen vielen en in beslag namen. Victor en zijn vrouw waren nochtans gewaarschuwd maar zijn toch niet tijdig gevlucht. Dat is wel bij meer Joden voorgekomen toen. Ze konden zich wellicht niet voorstellen of weigerden. Victor was een trouwe Oostenrijker en dacht niet dat hij slecht zou worden behandeld. Hoe goed de Nazi’s georganiseerd waren viel wel op.

Gelukkig werden de netsukes gered door Anna, de kamenierster van de familie, die ze één voor één wegnam, in haar schortzak stak en ze daarna in haar matras verstopte. Zo kreeg de familie al de 264 beeldjes terug.

 

De schrijver zegt op pagina 316 van het boek dat de netsukes niet terug hoeven naar Japan. Wij zijn het er over eens dat kunst niet terug moet naar het land van oorsprong op voorwaarde dat het op een eerlijke manier verkregen is. Maar kunst die gestolen is of op slinkse manier verkregen moet wel naar de oorspronkelijke eigenaars terug.

 

Het boek werd voorheen al in het Nederlands uitgegeven onder de titel “Het knoopjeskabinet”.

 

HhhH - Laurent Binet

 

Korte inhoud:

 

HhhH staat voor "Himmlers hersenen heten Heydrich", een uitspraak van Hermann Göring. Het boek gaat over de nazi Reinhard Heydrich. Dat hij een wreed man was spreekt uit de bijnamen die hij kreeg: 'de beul' of 'de slager van Praag', of ook wel 'het blonde beest'. We vernemen alles over de niet zo fraaie loopbaan van Heydrich, zijn steile klim naar de nazi-top, de terreur en wreedheden die onder zijn gezag in Tsjecho-Slowakije plaatsvonden, en over "Operatie Antropoid", de aanslag die op Heydrich werd gepleegd in 1942 in Praag, door de Tjech Jan Kubis en de Slowaak Jozef Gabcik. Tussendoor is de schrijver aan het woord die vertelt over zijn worsteling om dit boek geschreven te krijgen.

 

De schrijver:

 

Laurent Binet werd in 1972 in Parijs geboren. Hij studeerde moderne literatuur. HhhH is zijn derde boek en hij won er de Prix Goncourt Premier Roman mee in 2010. Na eerst Franse les te hebben gegeven aan de Militaire Academie in Praag doceert hij momenteel Frans in Parijs.

Bespreking:

 

Iedereen vond het verhaal over Heydrich boeiend en ook heel erg spannend. Hoewel je als lezer weet dat er een aanslag op Heydrich gaat gepleegd worden, zit je op het puntje van je stoel te wachten tot dit ook daadwerkelijk gebeurt. Het leest als een thriller.

Over de tussenstukken waarin de schrijver over zichzelf vertelt verschilden de meningen. De meerderheid stoorde zich erg hieraan. Men vond het pretentieus, neerbuigend over andere schrijvers, vol niet ter zake doende en niet relevante details. Of je schrijft fictie, of je schrijft non-fictie. Bij non-fictie gaat het over feiten en die moeten juist zijn. Dit boek claimt een roman te zijn en dus fictie. En dan is het niet belangrijk of Heydrich als hij boos werd rood of wit uitsloeg in zijn gelaat, wat de juiste kleur blauw was van zijn uniform en of zijn Mercedes grijs, blauw of net zwart was. Maar niet iedereen dacht er zo over. Twee van onze leden stoorden zich helemaal niet aan het persoonlijke verhaal van de schrijver en vonden dit net grappig, de schrijver spot er ook in met zichzelf en zijn obsessie voor zijn onderwerp.

Dit leverde uiteraard weer een boeiende discussie op. Niets zo interessant als tegengestelde meningen!

 

Plus:

meer over het Tjechische verzet tijdens de 2e Wereldoorlog kan je lezen in het erg grappige boek "De lafaards" van Josef Skvorecky dat de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog vertelt in een klein Tsjechisch stadje, op een licht spottende manier, gezien door de ogen van een 18-jarige jongen. (lees meer over dit boek op de pagina "recensies").

Ook aan te raden is de roman "Mendelssohn op het dak" van Jiri Weil waarin twee soldaten op bevel van Heydrich het beeld van de Joodse componist Mendelssohn moeten verwijderen op het dak van het Praagse concertgebouw. Maar zij weten niet hoe Mendelsson er uit ziet enz. enz.

En natuurlijk mogen we ook de klassieker "De lotgevallen van de brave soldaat Svejk" van Jaroslav Hasek niet vergeten.