Besprekingen 2016-2017 Deel 3

DAMOLEGI

 

Besprekingen 2016-2017 Deel 3

 

De Ondergrondse Spoorweg - Colson Whitehead

 

Korte samenvatting

 

Colson Whitehead vertelt over de gruwel die de zwarte slaven in de VS ondergingen, en dan voornamelijk in de zuidelijke staten.

Cora is een jonge slavin op een katoenplantage in Georgia. Haar moeder Mabel verdween toen ze nog een kind was, één van de weinigen die blijkbaar konden ontsnappen zonder teruggehaald te worden. Haar meester en de opzichters zijn ontzettend wreed. Hard werken en weinig eten, amper tijd om eens uit te rusten zijn het deel van de zwarte slaven. Voor het minste worden ze bloedig afgeranseld. Als op een dag een nieuwe slaaf Caesar op de plantage komt, wil die samen met Cora ontsnappen, via “de ondergrondse spoorweg”. In werkelijkheid was dit een wijd vertakt netwerk van vluchthuizen maar de auteur heeft er in dit boek een echte ondergrondse spoorweg van gemaakt.

Cora en Caesar komen in verschillende andere staten terecht maar de slavenjagers, en in het bijzonder de onverbiddelijke Ridgeway blijft hen op de hielen zitten.

Cora opsporen en terugbrengen lijkt voor hem wel een levensdoel geworden!

 

Bespreking

 

Het boek doet je realiseren hoe weinig we afweten van de geschiedenis van de slavernij en ook van de geschiedenis van Amerika in het algemeen.

Niet iedereen vond het boek literair of stilistisch even goed maar dat deed wel niets af aan de kracht van het verhaal. Al de gruwelijkheden worden onderkoeld verteld, ontdaan van elke sentimentaliteit en sensatiezucht. Dat maakt het net sterker. Het dringt daardoor nog beter tot de lezer door hoe afschuwelijk de behandeling van de zwarte slaven wel was. Op die manier is het ook een toegankelijk boek voor mensen die minder veel lezen, of voor jongere lezers. En het is toch wel belangrijk dat zoveel mogelijk mensen kennis krijgen van wat er in het verleden allemaal gebeurde.

De auteur zegt hierover: “Ik vond de wreedheden al gruwelijk genoeg, ik hoefde geen uitzinnige metaforen te verzinnen. Ik wilde de gebeurtenissen op een ietwat afstandelijk manier brengen, zonder er al te veel drama aan toe te voegen. In de jaren 1930 zijn veel voormalige slaven geïnterviewd over hun ervaringen. Die mondelinge geschiedenissen hebben me geholpen. Velen spraken op een manier die je onaangedaan zou kunnen noemen, bijna zakelijk. Dat heeft de vertelstem in mijn boek mede bepaald.”

Positief is ook dat Colson Whitehead een verhaal vertelt, en zijn eigen mening nergens wil opleggen. Hij spreekt geen waardeoordeel uit, nog in de positieve, noch in de negatieve zin. Hij vertelt wat er gebeurt en laat de lezer zelf oordelen.

 

De “Ondergrondse spoorweg” bestond in de realiteit wel maar het was geen echte ondergrondse spoorweg maar een netwerk van zowel vrije zwarten als blanken die tegen slavenhandel waren, en die slaven uit het Zuiden van de VS hielpen ontsnappen. Het werd “Railroad” genoemd omdat er woorden, die tot de terminologie van de spoorwegen behoorden, als codewoorden werden gebruikt zoals ‘station’ voor de veilige plaatsen, ‘conductor’ voor de mensen die de ontsnapte slaven begeleidden onderweg… Dat de auteur dit wel letterlijk heeft opgevat was niet voor iedereen een goed idee. Maar anderen vonden het dan weer wel een goede vondst om dat te doen. Het beklemmende van ondergronds opgesloten te zitten, wachtend op een trein die misschien wel, misschien niet komt, geeft wel de beklemming en de angsten weer die ontsnapte slaven moeten hebben doorstaan.

De auteur zegt zelf in een interview dat hij ook de juiste historische chronologie niet heeft gevolgd. Hij heeft alle gebeurtenissen in één jaar laten samenkomen. “Het boek wordt op die manier een allegorie, het is geen letterlijke historische roman. 1850 leek me geschikt omdat de Burgeroorlog dan nog niet heeft plaatsgevonden en omdat de katoenindustrie dan op volle toeren draait.” Deze onjuistheid van de historische chronologie is echter niet storend. Het is een samenballen van wat er allemaal gebeurde en zo is het bevattelijker.

 

De opmerking werd gemaakt dat het verbaasde dat er niet enkel zulke grote tegenstelling waren tussen blanken en zwarten, maar ook tussen blanken onderling. Ook blanken, die de zwarten bij hun ontsnapping bijstaan of helpen, werden immers meedogenloos gelyncht. Uiteraard is er op vele plaatsen ook haat tussen blanken onderling maar hier in de VS was het een systeem, een wreed systeem van overheidswege in stand gehouden in de Zuidelijke staten van de VS.

 

De roman is in zijn geheel erg aangrijpend. Wat ons het meest aangreep:

- de vasthoudendheid waarmee Caro het tuintje van haar moeder wil beschermen en bewaren.

- het feit dat Cora steeds gedacht heeft dat haar moeder er vandoor was gegaan zonder zich om haar te bekommeren, dat ze nooit heeft geweten dat haar moeder wel degelijk haar wilde komen halen maar dat ze onderweg stierf, was hartverscheurend.

- de lange lijdensweg van Cora als ze ontsnapt is, hoe ze vanuit een zolderraampje de gruwelijke martelingen en terechtstellingen van andere zwarten aanschouwt

- het roven van de lijken van zwarten om gebruikt te worden voor de medische wetenschap. Hun families hadden immers geen geld om de graven tegen de lijkenrovers te beschermen. Toch hadden de zwarten dan wel een nut. Hun lichaam werd bestudeerd om mensen te kunnen genezen, al was het dan voornamelijk bedoeld voor de genezing van blanken. Maar door de dode lichamen van zwarten te gebruiken werd er toch onrechtstreeks toegegeven dat zwarten en blanken gelijk waren. “In de dood werd de neger een mens. Pas dan was hij de gelijke van de blanke.”

- Het zogenaamde “Pad naar de Vrijheid”: “De lijken hingen als rottende versierselen aan de bomen. Sommige waren naakt, andere gedeeltelijk gekleed, met een broek die zwart was waar de darmen waren leeggelopen toen de nek brak… ‘Ze noemen deze weg tegenwoordig het Pad naar de Vrijheid,’ zei Martin toen hij de wagen weer afdekte. ‘De lijken hangen helemaal tot aan de stad.’”

- Zwarten waren “gestolen lichamen die gestolen land bewerkten”. Het waren geen mensen maar voorwerpen met een economische waarde. “In Amerika was het rare dat mensen ook dingen waren. In een oude man die de overtocht niet zou overleven kon men maar beter geen cent meer steken. Een jonge dekhengst uit een sterke stam deed klanten watertanden. Een slavenmeisje dat achter elkaar kleintjes wierp was een goudmijn, een investering die loonde. Als je een ding was – een kar, een paard of een slaaf – bepaalde je waarde je mogelijkheden.“

 

Er zijn ook wel een paar vreemde wendingen of voorvallen in het verhaal. Zo is er die avond dat Ridgeway door Homer een zuivere jurk laat geven aan Cora, en hij haar mee neemt naar een eetgelegenheid. Waarom doet hij dat?

“‘Al die tijd heb je geen enkele keer gevraagd hoe het met je medeplichtige is afgelopen,’ zei Ridgeway. ‘Met Caesar. Heeft het de kranten in North Carolina niet gehaald?’

Aha, dit werd dus een voorstelling, zoals die spektakelstukken op vrijdagavond in het park. Hij had haar mooi laten aankleden voor een avondje theater. Ze wachtte af.

Is het bedoeld als een stuk theater? Of komt het voort uit het feit dat Ridgway het niet kan verkroppen dat hij Cora’s moeder nooit heeft kunnen vinden? Hij is geobsedeerd om haar terug te bezorgen aan haar ‘eigenaar’.

 

De vraag of dit een hoopvol boek is of een boek met een hoopvol einde kan niet echt positief worden beantwoord. Het is wel hoopvol dat Cora niet opgeeft. Zij blijft, ondanks alle tegenslagen en trieste gebeurtenissen, haar vrijheid zoeken. Dat is erg positief. Maar of haar verhaal goed afloopt weten we natuurlijk niet. Ze is en blijft een zwarte vrouw in een omgeving die weinig vriendelijk is voor zwarten en voor vrouwen.

 

We zien in deze roman zeker linken naar de huidige maatschappij. Als je kijkt naar de manier waarop sommige mensen of landen vluchtelingen behandelen, op wel een vernederende manier er over hen gepraat en geschreven wordt, dan zijn er zeker gelijkenissen. Gelukkig zijn er ook gelijkenissen in de positieve zin. Zoals de abolitionisten de vroegere slaven hielpen, zijn er ook nu nog veel mensen die zich inzetten voor de vluchtelingen en voor andere mensen in nood.

 

Na de bespreking werd het boek gequoteerd met gemiddeld 7,30.

 

 

De auteur

 

Colson Whitehead werd in 1969 in New York City geboren. Hij groeide op in Manhattan. Hij studeerde af aan de Harvard Universiteit in 1991. Hij doceerde ook aan verschillende universiteiten en werkte mee aan kranten en tijdschriften.

Zijn eerste boek werd in 1999 uitgegeven. Het was “The Intuitionist”. Dit boek werd niet in het Nederlands vertaald. Andere werken van hem wel:

– “De Colossus van New York” – 2003 (verhalen over zijn leven in New York)

– “De John Henry dagen” – 2004

– “Apex is een pleister op een wonde” – 2006

– “Sag Harbor” – 2009

– “Kaarten op tafel” – 2015 (non fictie, een verslag over een pokerwedstrijd)

– “De ondergrondse spoorweg” – 2016

 

Hij won verschillende prijzen waaronder de Pulitzer Prize voor fictie in 2017 voor “De Ondergrondse Spoorweg”.

 

Links:

 

 

Boek met getuigenissen van slaven die ontsnapten via de Underground Railroad:

http://www.gutenberg.org/ebooks/15263

https://archive.org/stream/undergroundrailr00stil/undergroundrailr00stil_djvu.txt

 

Geschiedenis van de slavernij in de VS:

http://www.history.com/topics/black-history/slavery

 

 

 

Rivieren – Martin Michael Driessen

 

Korte inhoud

 

Het boek “Rivieren” omvat 3 verhalen met elk rivieren/water als gemeenschappelijke component. Het eerste verhaal gaat over een aan alcohol verslaafde acteur die in zijn eentje een kanotocht gaat maken met het plan van zijn alcoholverslaving af te geraken. Het tweede deel speelt zich af in Duitsland tussen de twee wereldoorlogen en gaat over twee jongens, later mannen, die uit verschillende milieu’s afkomstig zijn maar die beide betrokken zijn met het vervoer van hout over rivieren. Het derde verhaal gaat over een jarenlange vete tussen twee families over hun gronden die gescheiden worden door een waterloop die regelmatig haar bedding verlegt.

 

 

Bespreking

 

Eerst korte ronde

 

Els: een goed boek. Rustig, aangenaam om te lezen. Goede taal en stijl – 8

Hilde: heel goed boek. Ik lees eigenlijk niet graag korte verhalen maar in dit geval vond ik de drie verhalen, waaruit het boek bestaat, allemaal goed. Ik schrok wel wat van het eerste deel dat nogal gruwelijk is soms. Ik was bang dat het hele boek zo zou zijn maar dat was niet het geval. Het tweede verhaal vond ik het mooist – 8

Mariëlle: ik heb het boek met plezier gelezen. Het is mooi geschreven. Ik ben normaal ook geen liefhebber van korte verhalen maar hier hield ik wel van. Ook ik vond het tweede verhaal het mooist – 7,8

Dymph: ik heb het met plezier gelezen. Knap van de schrijver dat hij drie zo verschillende verhalen met als thema water/rivieren schreef die alle drie zo àf zijn – 7,5

Mieja: ik lees ook niet graag korte verhalen maar dit las ik wel graag. De verhalen zijn erg boeiend. De sfeer is vaak sprookjesachtig, mystiek. Ik las het boek overigens op een boot! – 8

Veva: ook ik ben geen korte verhalen-liefhebber. Ik dacht dat het heel poëtisch zou zijn en toen werd ik toch gechoqueerd door het eerste verhaal. De drie verhalen zijn heel verschillend maar toch hebben ze hetzelfde thema, namelijk water. Graag gelezen – 7,5

Lili: dit boek heeft voor mij alles wat een boek moet hebben. Het is prachtig geschreven, beeldend taalgebruik, er staat geen woord te veel in, de drie verhalen zijn kort en toch zeggen ze veel. In zo weinig bladzijdes slaagt de auteur er in de levens van verschillende mensen samen te vatten in wat voor hen bepalend, belangrijk is. De drie novelles zijn knap geschreven maar de tweede ontroerde me en daarom vond ik die het mooist, ook toen ik het boek een tweede keer las. 8

 

 

Vragen

 

1. Het boek omvat 3 novellen met elk een aparte titel in het Duits die naar toneel of operawerken verwijzen. Hoe kunnen we die titels verklaren?

 

1. Fleuve Sauvage – Alles führt zu nichts. “Alles führt zu nichts” is een zin uit “Das Friedensfest. Ein Familienkatastrophe” van Gerhard Hauptmann. Een 19e eeuws verhaal over een familieruzie en een uit de hand gelopen Kerstfeest. Het werk van Hauptmann wordt een ”Schicksalsdrama” of “, Schicksalstragödie” genoemd, een vorm van tragedie uit de 19e eeuwse Romantiek waar door allerlei tekenen een onafwendbaar onheil wordt aangekondigd. Dit is ook het geval in het eerste verhaal van het boek “Rivieren”. De hoofdpersoon maakt zichzelf wijs dat hij zonder alcohol kan, nu niet maar zeker later. Maar gaandeweg realiseert hij zich dat het hij hopeloos verslaafd is en dat die verslaving hem zijn familiale en zijn beroepsleven gaat kosten. Een noodlottige afloop is de enige “oplossing” voor hem.

 

2. De reis naar de maan – Das Leben ein Traum verwijst naar “het leven is een droom” toneelstuk van de 17e eeuwse Spaanse schrijver Calderon “La vida es sueño” – “een reflectie op illusie en realiteit”. Julius voelt zich van jongsaf aan aangetrokken door Konrad maar hij spreekt dit niet uit. Hij doet zich voor als een stoere vrouwenveroveraar, dist hierover verhalen op tegenover Konrad, die het helemaal niet door heeft dat Julius van hem houdt. De stroom is wat beiden bindt.

 

3. Pierre en Adèle – Er wird rein durch Feuer, Wasser, Luft und Erden. Dit komt uit “Die Zauberflöte” van W.A. Mozart

“Der, welcher wandert diese Strasse voll Beschwerden,

Wird rein durch Feuer, Wasser, Luft und Erden;

Wenn er des Todes Schrecken überwinden kann,

Schwingt er sich aus der Erde Himmel an. -

Erleuchtet wird er dann im Stande seyn,

Sich den Mysterien der Isis ganz zu weih'n.”

In dit verhaal is er zeker een loutering door vuur en water. De twee families, die jarenlang overhoop lagen, komen hierdoor terug tot elkaar. De elementen lossen de vete tussen beide families op.

 

2. Welke, al dan niet verschillende, rol speelt de rivier in de 3 verschillende novelles?

 

  • in het eerste verhaal: vlucht, loutering, lot en gerechtigheid. De rivier werpt de hoofdpersoon terug op zichzelf. Hij wil van de drank af maar het lukt hem niet. Er is hier maar één oplossing mogelijk, een noodlottige en de rivier zorgt hiervoor. Het is het meest groteske van de drie verhalen maar dit groteske stoorde niet.
  • in het tweede verhaal is de rivier hetgeen Konrad en Julius met elkaar verbindt. Voor Konrad is de rivier het echte leven. Vlotter worden was zijn grote droom, en eens als vlotter de Rijn bevaren zou nog mooier zijn. Voor Julius is de rivier een middel om bij Konrad te zijn.
  • in de derde novelle is het water, een beek in dit geval, hetgeen twee families van elkaar scheidt. De wisselende loop van de beek leidt tot twisten en gekrakeel.

 

3. De recensent Guus Bauer zegt in een bespreking van dit boek dat de hoofdpersoon van het eerste verhaal “geen kwaaie pier” is. Zijn jullie het daarmee eens?

Het personage zegt van zichzelf dat hij “een enorme wilskracht” heeft. Is dat zo? Houdt hij zichzelf voor de gek zoals veel verslaafden?

 

Wat is een “kwaaie pier”? De schuldige, de stoute? De slechte? Het is geen leuke figuur, maar niet in-slecht. Sommigen vinden hem een walgelijke en degoutante man, die zeker geen medelijden opwekt. Maar hoe komt een mens zo ver? Als vervelende, ergerlijke man is hij heel goed beschreven, heel beeldend. Je ziet hem zo voor je, de verslaafde met zijn excuses die zich steeds slachtoffer waant. En hij is zeker niet in het bezit van een enorme wilskracht, zoals hij het zelf verwoordt.

 

4. Wat betekent Julius voor Konrad, en omgekeerd?

 

Julius voelde zich van jongsaf aan aangetrokken tot Konrad. Hij was verliefd op hem. Maar hij sprak zijn verliefdheid niet uit, waarschijnlijk uit vrees voor afwijzing, omdat hij wist dat Konrad niet op dezelfde manier voor hem voelde. Julius vertelde daarom zijn vriend maar stoere verhalen over hoe hij een vrouw verleid had en neemt hij Konrad mee naar een bordeel.

Konrad is een eenzelvige man. Voor hem is Julius een vriend, hij biedt hem de kans om zijn droom waar te maken, namelijk om vlotter te worden. Julius geeft hem ook boeken, verhalen van Jules Verne, waardoor Konrad een bredere kijk op de wereld krijgt, of althans meer van de wereld te weten komt. Voor Konrad is de rivier zijn leven en zijn grote liefde.

Ze drijven, als oudere mannen, samen hun noodlot tegemoet, zonder dat Julius ooit zijn gevoelens voor Konrad heeft kenbaar gemaakt.

Dit levert een van de mooiste passages van het boek op:

“We waren knapen aan de beek, jongelingen op de Main, mannen op de Rijn. Ik heb van hem gehouden, ik heb hem verraden, mijn hele leven draaide om hem. Maar we zijn elkaar nooit nader gekomen dan nu, en over een paar uur bereiken we als oude mannen de zee, zonder elkaar te kennen. En deze stammen hebben we in feite gestolen.”

 

5. Wat is er komisch aan de plot van het derde verhaal?

 

Het is het verhaal van een katholieke familie (de Chrétiens!) die in vete leeft met een protestantse en tussen deze twee families bemiddelt de Joodse Salomon (de wijze rechter uit de bijbel).

Ook de twisten die voorkomen uit het feit dat de bedding van de beek op natuurlijke wijze dan weer naar de ene, en dan weer naar de andere kant verlegd wordt, zijn grappig omwille van het futiele, het klein-menselijke.

 

6. “ Het is de totaalsom van een zoektocht naar een catharsis. Het ware leven in deze drie vertellingen begint pas na de dood, na de neergang.” Guus Bauer

Wat vinden jullie van deze stelling? Eens of niet? Waarom?

 

Er is enkel een soort van catharsis in het derde boek. Na een jarenlange vete tussen twee families, komt hieraan een einde door het verzengende vuur en de redding van de dochter van Adèle hieruit door Pierre.

In het eerste en het tweede verhaal is het einde de dood, waarna nog moeilijk het echte leven kan beginnen. Banquo uit het eerste verhaal is wel van zijn drankzucht af, en van het doodbloeden van zijn carrière, maar hij is er dan ook niet meer. Zijn familie zit wel niet meer met een drankzuchtige.

Wat het tweede verhaal betreft zou je nog kunnen zeggen dat het ware leven begint nadat het vlot de zee bereikt, als je in een hiernamaals gelooft.

Banquo wil van zijn drankverslaving af om zijn carrière als toneelspeler niet bergaf zien te gaan. Hij slaagt niet in zijn opzet.

Julius wil de liefde van Konrad, en hij krijgt hoogstens vriendschap. Konrad wil vlotter zijn en eens op de Rijn varen. Dat laatste gebeurt wel.

 

7. Quotering na bespreking: gemiddeld 7,7

 

 

De auteur

 

Martin Michael Driessen werd op 19 april 1954 in Bloemendaal geboren. Hij is opera- en toneelregisseur, vertaler en schrijver. Hij leefde en werkte ook verschillende jaren in Duitsland. Hij debuteerde in 1999 met de roman “Gars”. In 2012 volgde “Vader van God” en in 2013 “Een ware held”. In 2015 verscheen de roman Lizzie, geschreven in samenwerking met de dichteres Liesbeth Lagemaat, onder het pseudoniem Eva Wanjek. “Rivieren” werd gepubliceerd in 2016 en won dat jaar de ECI Literatuurprijs. De schrijver werkte gedurende twee jaar aan dit boek. Eind november 2017 verscheen een nieuw boek van hem met als titel “De pelikaan”.