Besprekingen 2016-2017 Deel 2

DAMOLEGI

 

 

Besprekingen 2016-2017 Deel 2

 

Notendop – Ian McEwan

 

Korte inhoud

 

Het verhaal wordt verteld vanuit de foetus in de buik van de zwangere Trudy. Zij heeft haar man, de intellectuele armoezaaier John, de deur uitgezet en haar minnaar, zijn rijkere maar oppervlakkige broer Claude vervangt hem. Omdat het huis waarin ze wonen eigendom is van John, en omdat het omwille van de hoge prijzen in Londen veel geld zou opleveren bij verkoop, zoeken Trudy en Claude een manier om van John kwijt te raken. De foetus kan alles wat er gebeurd volgen en is niet blij met te gang van zaken.

 

Bespreking

 

Eerste korte indruk en punten:

 

Belinda: een grappig boek en een leuk idee, de personages zijn wel niet erg goed uitgewerkt maar ik was wel benieuwd naar de afloop van het verhaal – 7

Dymph: ik vond het een heel erg grappig en origineel verteld verhaal. Het wijsneuzige baby'tje was leuk. Maar verder had het boek niet zo veel aan het lijf – 7

Lili: ik vond dit niet een van de beste boeken van de schrijver, veel diepgang had het niet, maar ik heb toch vaak moeten lachen met het verhaal – 7

Els: vond het een goed boek, met veel informatie, heb het graag gelezen – 7

Mieja: ik vond het een vlot, onderhoudend en erg grappig boek. Ik heb genoten bij het lezen – 8

Veva: hoewel het onderwerp eerder banaal was vond ik dat het toch goed was uitgewerkt. Voor mij was het een erg hilarisch boek. Ik heb veel gelachen tijdens het lezen – 8

Mariëlle: ik heb het met veel plezier gelezen. Het was een totaal ander boek dan de andere van deze schrijver. Hoe het uitgewerkt was vond ik een leuke vondst. Het bevatte veel humor en is geschreven in een erg mooie taal – 8

 

Samenvatting van de bespreking:

 

Het verhaal werd verteld vanuit de foetus. Dit is heel origineel en goed gevonden. Toch is het ook best tragisch want niemand wil het kind. De moeder en haar vriend willen er zich zo snel mogelijk van ontdoen, ergens onderbrengen zonder dat duidelijk wordt wat ze daarmee bedoelen. De vader lijkt ook niet erg geïnteresseerd. Hij wil enkel zijn vrouw terug.

De foetus krijgt dat allemaal mee. Zowel de gesprekken die worden gevoerd in zijn omgeving als de podcasts waar Trudy naar luistert, krijgt hij allemaal mee. Daardoor is het een vroegwijs wezentje. Hij is heel benieuwd naar zijn moeder, hoe ze er uit zal zien. “Ik vraag me al wachtend af in wie ik me bevind en wat ik verwachten mag.” Als hij hoort van de plannen om zijn vader John kwijt te raken is hij bezorgd en hij probeert een paar keer in te grijpen, maar dat lukt niet. De meest uitgesproken poging is als hij probeert zelfmoord te plegen door de navelstreng om zijn hals te trekken. Hoe hij het beschrijft als Trudy en Claude sex hebben is erg grappig. Hij heeft een enorme afkeer van Claude. Maar voor zijn ouders is hij toch milder, al schijnen ze niet veel om hem te geven. “Vaders en zonen. Wat verbindt hen in de natuur? Een moment van blinde bronst.”

De moordpoging op John dreigt eerst te mislukken maar, ook zonder itussenkomst van de foetus, door ingrijpen van Trudy lukt het toch om hem de “gifbeker” te laten drinken, in de vorm van een met antivriesmiddel aangevuld vruchtensapje.

Als duidelijk wordt dat Claude er van door wil gaan omdat de politie de moord op het spoor is, en hij zijn hoogzwangere minnares wil achterlaten, kondigt de baby zich aan.

Hij zegt “ik ben in Londen. De lucht is goed”. En hij schijnt uit te kijken naar een leven met zijn moeder, in de gevangenis. Hij is dus nog optimistisch. “to be or not to be”, hij is er.

Het boek zit boordevol humor, zoals net aangehaald: de commentaar van de foetus op de sex van zijn moeder en haar minnaar, de manier waarop John zijn vrouw probeert terug te winnen, hoe Trudy voorzag dat Claude toch niet echt te betrouwen was, de drankuitspattingen van Trudy waar ook de foetus het nodige van binnenkrijgt en die hem tot een heuse wijnkenner maken…

Ook grappig is de manier waarop de snurkende Claude wordt beschreven.

Eigenlijk is de foetus het enige sympathieke personage in het boek. De andere drie hoofdpersonen worden niet erg goed uitgediept maar ze komen niet zo aardig over. Claude is de echte slechterik, Trudy is geen goede moeder want ze drinkt alcohol bij de vleet en wil zo spoedig mogelijk haar kind ergens onderbrengen. En ook John is er niet erg bij betrokken. Geen enkele keer informeert hij naar de zwangerschap en hoe die verloopt. Nooit laat hij blijken uit te kijken naar zijn kind. Er is ook een groot onderling wantrouwen, en dat is dus niet voor niets.

Het verhaal is een bewerking van “Hamlet” van Shakespeare. Er komen wel veel minder personages voor in het boek van McEwan maar er is John, die staat voor Hamlet senior, de koning van Denemarken. Hamlet zelf, de prins van Denemarken, is de foetus. Trudy is Gertrude, de vrouw van de koning en moeder van Hamlet. En Claude is Claudius, de broer van de koning en de tweede man van Gertrude en stiefvader van Hamlet. Verder is er ook een geest in het boek Notendop, namelijk de geest van John die even opduikt.

Het thema van het boek is wraak en verraad.

De motieven: wanorde, jaloezie, sex, drank.

Het motto van het boek is een citaat uit Hamlet: “O God, ik kon in een notendop besloten zijn en mij koning van een onbegrensde ruimte rekenen, als ik maar geen boze dromen had”.

De notendop is de baarmoeder waarin de foetus “koning” is, de boze dromen is wat hij allemaal hoort dat er gaat gebeuren. Hij is eerst gelukkig; “dobberend in zijn privé oceaan”, tot de ruimte te klein wordt en hij ondersteboven hangt, klaar om geboren te worden.

 

Na bespreking is het puntengemiddelde 7,5.

(Het verwonderde ons dat dit boek evenveel punten haalde als “Malva” omdat de meesten toch “Notendop” veel beter vonden.)

 

Over de schrijver:

 

Ian McEwan werd in 1948 geboren. Hij bracht als zoon van een militair officier een groot deel van zijn jeugd door in Oost-Azië, Duitsland en Noord-Afrika. Zijn opleiding genoot Ian McEwan op het prestigieuze Eton College en de Universiteit van Sussex en de Universiteit van East Anglia.

Hij debuteerde in 1975 met een bundel korte verhalen. Zijn eerste roman, “The cement garden” verscheen in 1978. Daarna volgden nog 16 andere romans, waaronder ééntje voor kinderen. Verschillende van zijn boeken werden verfilmd en hij won ook meerdere prijzen voor zijn werk.

Meer over de auteur op onderstaande link:

 

http://www.kunstbus.nl/literair/ian+mcewan.html

 

“Wil” – Jeroen Olyslaegers

 

Samenvatting:

 

Een bejaarde man, Wilfried Wils, gewezen politieagent in Antwerpen, vertelt zijn belevenissen voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in zijn stad, en meer in het bijzonder wat er daar gebeurde in verband met de Jodenvervolging. Hoe was de houding van de inwoners van Antwerpen? Van de politie en van de mandatarissen?

 

Bespreking:

 

1. Scores en korte indruk

Dymph: ik moest om wille van de taal eerst even in het boek komen. Na een 50-tal bladzijdes ben ik opnieuw begonnen en toen ging het wel goed en werd alles duidelijker. Ik heb het boek met plezier gelezen – 7,5

Els: heel goed boek, heel consequent neemt de auteur zelf geen standpunt in en dat vond ik knap. Ik had het niet zo moeilijk met de taal en ik heb ook genoten van bepaalde grappige uitdrukkingen die in het boek voorkomen. “We gaan er geen spel van maken” bijvoorbeeld – 8

Lili: ik vond het onderwerp erg boeiend. Ik las al eerder over de houding van de Antwerpse politie en de gemeente in verband met de Jodenvervolging maar dit was uit het leven gegrepen, levendig. Ik had wel moeite met de wat ouderwets aandoende Vlaamse taal – 7

Hilde: ik was onmiddellijk mee met het boek. Ik vond het inhoudelijk knap, ook actueel nog. Bij de tweede lezing stoorde de taal me wel maar in die zin dat ik ze niet te ouderwets vond maar net te modern. Bepaalde uitdrukkingen die in het boek voorkomen kunnen niet van die tijd dateren meende ik. Dat klopte niet – 7,5

Veva: inhoudelijk vond ik het een heel boeiend boek. Maar ik had het moeilijk met de taal die ik nogal ouderwets vond, dat stoorde me. Het las niet zo vlot. Maar na een 100-tal bladzijdes was dat niet meer het geval en kon ik wel vlot verder lezen. Toch geef ik het boek een iets minder punten omwille van de taal dan ik zou gedaan hebben als ik enkel met de inhoud rekening hield – 7

Mieja: ik zat er vanaf de eerste zin in! De taal stoorde me helemaal niet. Die leek wel wat op die van Louis Paul Boon. Het verhaal gaat terug op de feiten tijdens de Tweede Wereldoorlog maar het is ook nog steeds actueel. De auteur wil een boodschap meegeven maar hij doet dat niet drammerig. Hoe hij de overgang van het verleden naar het heden maakt vind ik knap gedaan – 8,5

 

2. Introductie om in de sfeer te komen

De achtergrond van dit boek is historisch. De politie in Antwerpen en de toenmalige oorlogsburgemeester hebben meegewerkt aan het oppakken van Joden, goed wetend dat deze mensen op de trein werden gezet naar concentratiekampen. Mensen hebben zich goederen en huizen toegeëigend van die verdreven Joden. . Dat is werkelijk gebeurd. Dat was heel vergaande collaboratie. De Brusselse burgemeester heeft geweigerd om daaraan mee te doen. Weigeren was dus een optie, ook voor Antwerpen. De druk van de omstandigheden kan dus niet worden ingeroepen om vrij te pleiten.

 

3. Wie ben ik om vragen te stellen. Daarom als eerste de vraag die de auteur zelf aan de lezer stelt. Waarom zegt het Schilderij De dulle Griet zoveel over de stad Antwerpen? Je kan het schilderij zien via https://www.youtube.com/watch?v=aGXfuuy5hiI met achtergrondmuziek

De tegenstelling wit-zwart, man-vrouw. De ogen van Dulle Griet staan wijd open alsof ze alles of net niets zag.

Over het algemeen is er in de stad Antwerpen een nogal gesloten mentaliteit, chauvinistisch, neerkijkend op mensen van elders, ook van elders in dit land. En dat is wel vreemd want het is toch een wereldhavenstad waarvan je zou verwachten dat ze heel open is, en niet bang is van of afkerig tegenover wat en wie vreemd is.

In Brussel, geen wereldhavenstad, heeft de burgemeester bijvoorbeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog geweigerd om Joodse mensen op te pakken. Dat was in Antwerpen wel anders. Daarom heeft ooit nog de vorige burgemeester Patrick Janssens zijn verontschuldigingen aangeboden aan de Joden.

 

4. Wil maakt deel uit van een trilogie. Het is het derde boek. Het eerste verscheen in 2009 WIJ. Het tweede in 2012 WINST en het derde in 2016 WIL. Ik heb die vorige boeken niet gelezen. Iemand wel? Is de titel van het boek “Wil” goed gekozen?

Veva is de enige die al een van de twee vorige boeken las, namelijk “Wij”. Dat gaat over de jaren 70-80 van de 20e eeuw, over kinderen van voormalige collaborateurs. De taal in dit boek is gewoon hedendaags Nederlands. Nicole, de vrouw die voor Wilfried Wils zorgt als hij bejaard is, komt als meisje in het boek voor als kinderoppas in een gezin. Het gaat over de tegenstelling tussen “wij” en “zij”.

De titel van het boek is goed gekozen. Het kan gaan over de naam “Wil” van Wilfried maar ook over de wil als het menselijk vermogen om bewust iets te doen of na te laten. Iets niet willen maar het toch doen.

De hoofdpersoon zit ook in een leven dat hij zelf niet wil. Hij wil liever zijn alterego Angelo zijn, de dichter.

Maar hij is ook een persoon met een ernstige hechtingsstoornis. Hij kreeg als kind ooit meningitis, verloor hierbij zijn geheugen en moest alles opnieuw leren, dus ook terug zijn ouders leren kennen, zich aan hen hechten. Vandaar zijn vreemde, agressieve en tegengestelde gedrag.

5.Het plezier van boeken is niet alleen dat ze je de wereld laten ontdekken maar dat ze je ook bij jezelf brengen.” Ik leen die zin even van Francis Spufford (een Engelse auteur). Bij het lezen van deze roman spookte voortdurend de vraag door mijn hoofd: wat zou ik doen. Is dat een afwijking van mij of hadden jullie dat ook? Voor diegenen die zich ook die vraag stelden: wat maakt dat dit zo’n boek is waarin je iets leert over jezelf? Heeft dat te maken met het boek zelf of eerder met het thema?

David Grossman, in De Standaard (uitspraak in een interview, gaat niet over dit boek) “Literatuur zet er toe aan de individuele mens te bekijken, te proberen hem van binnenuit te begrijpen, zijn innerlijke lexicon, zijn waarden, zijn fouten, zijn angsten, zijn momenten van grootsheid te leren kennen.”

In verband met “wat zou ik doen”: Dat je in bepaalde omstandigheden anders handelt dan je je ooit voorstelde te doen, is niet voor iedereen nieuw. Niemand weet hoe hij of zij op een bepaalde situatie gaat reageren of handelen tot hij er voor staat. Pas dan weet je wat je gaat doen. Er zijn altijd persoonlijke omstandigheden waarmee je rekening moet houden, je familie of je kinderen bijvoorbeeld die betrokken kunnen zijn. Het is daarom ook moeilijk om een oordeel over de houding van iemand te vellen zonder dat je zelf in zijn schoenen staat.

Over de uitspraken van de twee auteurs over literatuur: boeken doen je meeleven met mensen, in dit boek gewone mensen die dingen meemaken die iedereen meemaakt. Je leert heb beter begrijpen door er over te lezen en te denken. Boeken kunnen je veel over jezelf leren ook. Je herkent dingen, die doen je dan weer nadenken over jezelf.

 

6. Leer uit uw geschiedenis. De verwijzingen naar deze tijd zijn door het hele boek heen gevlochten. Is er een fragment in dit verband dat je sterk heeft aangegrepen? Ben je het type lezer dat een boek met een boodschap apprecieert of erger je je daar snel aan?

Een boodschap in een boek wordt wel gewaardeerd over het algemeen. Maar het mag er niet te dik op liggen en de toon mag niet te belerend zijn, te betweterig. Maar dat is in dit boek niet het geval.

Wat aangrijpend was in het algemeen was de harde houding tegenover de Joden toen, en een eendere houding tegenover vluchtelingen en asielzoekers, tegenover vreemden, nu. De hele retoriek toen en nu is eender. Ook het opportunisme van sommigen, die met de wind mee waaien, is identiek.

 

7. Wie heeft schuld? Is diegenen die zich niet heeft verzet, niet even schuldig als de folteraar? Het gaat ook om de schuld van ‘de gewone man’ , diegenen die geen macht hebben. De graduele vormen van collaboratie worden beschreven aan de hand van het gedrag van verschillende types van agenten. Wat is kenmerkend voor die agenten?

Het is moeilijk te oordelen over schuld. Zoals eerder gezegd kan je niet weten hoe je zelf zou handelen tenzij je er echt voor staat. Uiteraard zijn er gradaties in wreedheid, in passief of actief collaboreren. Bij de agenten zijn er, net als in de hele samenleving, zijn er mensen die actief mee doen, die de andere richting uitkijken en die weigeren mee te doen. Wilfried behoort niet duidelijk tot de eerste categorie, noch tot de tweede. Lode behoort tot de derde categorie. Maar de meerderheid is passief.

 

8. Intermezzo : Het huwelijk – Willem Elschot (omwille van de relatie tussen Wilfried en zijn vrouw Yvette)

 

Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd

in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven

toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

 

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard

en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,

hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren

en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

 

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond

het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.

Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,

en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

 

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.

Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen

en rennen door het vuur en door het water plassen

tot bij een ander lief in enig ander land.

 

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad

staan wetten in de weg en praktische bezwaren,

en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,

en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

 

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot

en zagen dat de man die zij hun vader heetten,

bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,

een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.”

 

9. WIL, een tragisch leven. Zo zou de ondertitel van het boek kunnen zijn. Het verhaal zit verpakt in een overgrootvader die tegen zijn (onbestaande) achterkleinzoon uitlegt wat zich heeft afgespeeld in het verleden. Zijn kleindochter heeft zelfmoord gepleegd , minstens gedeeltelijk omdat ze erachter is gekomen dat haar grootvader in de collaboratie zat. Komt dit je realistisch voor of erger je je daaraan? Heeft het verleden van de grootvader geleid tot de zelfmoord van de kleindochter? En wat is de rol van de grootmoeder (Yvette) in de roman?

De kleindochter had ook nog andere problemen. Maar dan komt ze iets aan de weet over haar opa, naar wie ze opkeek. Ook hij hield van haar, in tegenstelling tot de rest van zijn familie waartegenover hij onverschillig staat. Iemand die labiel is, heeft vaak niet veel nodig om er helemaal aan onderdoor te gaan. Dus dat is in dit opzicht wel geloofwaardig.

Maar het verleden van de grootvader is niet de oorzaak van haar zelfmoord. Dat zou wel ongeloofwaardig zijn.

Toch pleit Wilfried zichzelf niet helemaal vrij:

Wanneer ge iemand beschouwt als een zielsverwant en haar juist daarom al uw liefde schenkt, meent ge dingen van haar te begrijpen die anderen met verstomming slaan, radeloos of ongerust maken. Mijn kleindochter kerft in haar armen en mijn zonde is dat ik meen te weten waarom. In stilte snap ik wat ze doet of laat gebeuren met zichzelf. Ik meen te weten wat zij in haar leven moet dragen, meer nog: ik maak me sterk dat ze een deel draagt van de bagage die ik heb meegegeven, dat zij de bestemmeling is van een brandbrief die ik onbewust met mijn genen heb doorgegeven.

 

De grootmoeder kan haar verdriet omwille van de dood van haar kleindochter Hildeniet verwerken. Zij wil dat er iemand ingrijpt. Maar Wilfried vindt dat er niets moet gebeuren.

“...‘laat dat kind met rust. Dat zijn kuren van een snotaap.’

Maar voor mij is ze geen snotaap en evenmin zijn het kuren. Het zijn in mijn ogen daden van verzet, van een grote innerlijke pijn. Ik weet zeker dat het komt door stemmen die een mens dingen laten doen om uiteindelijk tot zichzelf te komen, om te worden wie ge moet worden, te zijn wie ge echt zijt, en dat is, zoals ik al eerder heb gezegd, het moeilijkste wat er bestaat, want de wereld schenkt dat privilege niet zomaar en de mensen willen vooral dat ge zijt zoals iedereen.

Yvette acht haar man wel schuldig; Ze herhaalt haar beschuldiging van jaren eerder op een dansfeest “gij hebt mij niet beschermd” en ze trekt zich terug in de drank. Twee flessen porto per dag! Een half jaar later is ze dood.

En Wilfried spreekt niet over zijn eigen eventuele schuld maar geeft die op zijn beurt door aan de rest van de familie. Als die hem vragen hoe het toch zo gekomen is dat Hilde zelfmoord pleegde antwoordt hij:

Door die pillen, zeg ik, door die antidepressiva die ze van u allemaal heeft moeten slikken, die hebben uiteindelijk haar kop zo zot als iets gemaakt.

Ze willen me nooit meer zien.

Mijn zoon zegt: ik hoop dat ge crepeert.

Dat is het laatste wat ik van hem hoor.”

Wilfried is een agressief persoon. Zijn onderhuidse en verdrongen agressie staat symbool voor de onderhuidse agressie in de samenleving.

 

10. Wat voor iemand is Wil? Heeft Wil spijt van zijn verleden of kijkt hij er toch met enige trots en bravoure op terug?

Hij heeft geen spijt. Hij is afstandelijk, stelt zich geen vragen. Hij voelt zich ook niet schuldig. Het lijkt wel of hij tot al die gevoelens niet in staat is.

Maar bij het vertellen van zijn verhaal aan zijn kleinzoon, is er wel degelijk sprake van bravoure.

 

11. Waarom de onuitgesproken ruzie tussen Lode Metdepenningen en Wilfried?

Die ruzie is er om verschillende redenen. Omwille van de homoseksualiteit van Lode die zich tot Wilfried aangetrokken voelt, maar ook omwille van hun verschil in houding tegenover de Duitsers. De gewelddadige moord op de notaris, uitgevoerd door Wilfried, in het bijzijn van Lode is ook een bepalende factor. Lode walgt van zijn onnodige agressie.

 

12. Naast het oorlogsverleden is ook ‘de trage afgang van het ouder worden’ een thema. Ouder worden wordt niet onmiddellijk als een plezierreis beschreven. Is dit een realistisch beeld volgens jou?

Een oorlog is ook een afgang van de menselijkheid. De laagste instincten komen boven.

Het beeld van de oudere Wilfried is een realistisch beeld. Hij is verder heen dan het eerst lijkt. Hij is heel erg eenzaam. Hij ziet niemand meer buiten Nicole die hem beroepshalve verzorgt.

Een dergelijk leven is realiteit voor veel ouderen jammer genoeg.

 

13. Definitieve quotering: 7,8

 

De auteur

 

Jeroen Olyslaegers, geboren in Mortsel in 1967, is romancier en theaterauteur. Hij studeerde Germaanse filologie en werkte nadien in het documentatiecentrum Louis Paul Boon.

In maart 2009 verscheen de roman "Wij" bij uitgeverij Meulenhoff/Manteau. In 2012 kwam "Winst" uit, een roman die zich afspeelt in het kunstmilieu. Zijn laatste roman "WIL" verscheen augustus 2016 bij uitgeverij De Bezige Bij.

Olyslaegers maakte ook naam in het theater. Samen met Paul Mennes schreef hij een toneelstuk over de wereld na 11 september. In september 2009 kwam "Woeste hoogten, rusteloze zielen" uit, een theaterstuk gebaseerd op "Woeste Hoogten" van Emily Brontë voor theater Artemis uit Den Bosch. Met Jan Fabre werkte hij in 2011 aan "Prometheus Landscape II" en in 2015 verzorgde hij, eveneens voor Fabre, de tekst voor "Mount Olympus: To Glorify the Cult of Tragedy".

In 2014 ontving Olyslaegers de Arkprijs van het Vrije Woord. Volgens de jury verdient Olyslaegers de bekroning, omdat hij "oprecht maatschappelijke engagement in woorden en initiatieven" vertoont en het publieke forum gebruikt om schrijnende maatschappelijke toestanden aan de kaak te stellen en met die stellingname tegen de mainstream in te gaan".

Jeroen Olyslagers is getrouwd met zangeres Nikkie Van Lierop. (overgenomen van Wikipedia)