Besprekingen 2014-2015 deel 2

DAMOLEGI

 

Hotel Savoy – Joseph Roth

 

Korte inhoud.

 

De roman omvat vier delen.

Deel 1. De jonge Gabriel Dan komt aan in ‘Hotel Savoy’ in een klein grauw stadje, zonder naam. "God strafte deze stad met industrie. Industrie is de zwaarste straf van God". Hij keert terug uit Rusland, uit de Eerste Wereldoorlog en het krijgsgevangenschap.

In Hotel Savoy verblijven mensen van allerlei slag, zowel rijken als armen.

Hij ontmoet er o.a. Stasia, een mooi jong meisje, dat danst in een variététheater.

In het stadje is een staking aan de gang.

Deel 2. Op een dag arriveert Zwonimir, een gewezen strijdmakker van Gabriël. Hij wil er de revolutie beginnen. Zwonimir trekt in de kamer van Gabriël in en betaalt de huur. Samen trekken ze in de stad rond.

Deel 3. De rijke Amerikaanse industrieel Bloomberg komt in het hotel aan. Zijn vader was afkomstig uit de stad. Iedereen wil wel iets van Bloomberg en die neemt Gabriël in dienst als een soort van secretaris.

Deel 4. Bloomberg is vertrokken zonder op de wensen in te gaan van de mensen die op hem rekenden. En er breekt een opstand uit.

 

Bespreking.

 

Wat vond je van het boek ? Heb je het al dan niet graag gelezen ? Eerste indruk en beoordeling in punten.

 

Mieja: Ik vond het boek niet altijd boeiend; de beschrijving en de sfeer was wel goed maar het raakte me niet – 6

Dymph: ik vond het prettig om te lezen, ook wel grappig soms. Maar in zijn geheel vond ik het niet echt denderend. Het beklijft niet. – 7-

Marielle: ik heb het boek in twee dagen gelezen. In het begin viel me vooral de bloemrijke taal op. Als het verhaal vordert wordt dit wel beter maar de taal wordt wel minder bloemrijk – 7

Lili: het eerste deel van het boek vond ik wat minder. Het is een eerste kennismaking maar die duurde wat lang. De andere drie delen vond ik erg goed. Mooie taal en stijl. Veel bijgeleerd over de tijdsgeest, vaak ook erg grappig, heel menselijk, met veel mensenkennis geschreven. Ik zag ook parallellen met deze tijd – 7,5

Belinda: ik heb het boek graag gelezen. Het begin vond ik ook niet zo goed. Het was wat onduidelijk. Maar later pakte het verhaal me wel. Ik had het wel lastig om beeldenj te krijgen bij de verschillende personages – 7

Veva: ik vroeg me af of dit boek een roman is of een journalistiek verslag. Het is nogal afstandelijk geschreven. Het beeld van de stad daarentegen, en van de chaos na de oorlog, vond ik wel boeiend – 6

Hilde: Voor mij was deze roman niet afstandelijk geschreven. Hoe hij de samenleving beschreef aan de hand van een hotel en zijn gasten vond ik erg boeiend. Ik las het boek ook twee keer; de eerst keer was ik het meest in het verhaal geïnteresseerd. De tweede keer heb ik meer van de stijl kunnen genieten – 7+

 

Wat heeft je het meest getroffen?

 

- dat mensen hun koffer moesten in onderpand geven als ze hun kamer niet konden betalen in het hotel.

- de beschrijvingen van de armoede, de vuile straten en riolen, menselijke stoelgang langs de straten, de regen van roet.

- de chaos van het leven, mensen die erge dingen meemaakten en niet terug welkom zijn in hun land, de ontworteling van de maatschappij.

- dat de romance tussen Stasia en Gabriel niet doorging. Hij heeft het slecht aangepakt, hij weet het, en toch doet hij niets. Er kwam weinig gevoel aan te pas.

- dat de tegenwoordige tijd afgewisseld wordt met de verleden tijd. Dit zou wel typisch zijn voor Slavische schrijvers.

 

Kan je Hotel Savoy ook zien als een personage? Waar staat Hotel Savoy volgens jou voor ?

 

Het hotel weerspiegelt de maatschappij. De verschillende verdiepingen staan voor de verschillende standen in de samenleving. De armen vanboven in de wasdampen van de rijkeren die beneden wonen. Hoe hoger, hoe armer in dit geval.

Niemand ontkomt aan Hotel Savoy staat een paar keer in de roman. Je denkt als lezer eerst dat ook Gabriel niet ontkomt maar hij doet dit wel.

Je zou ook Hotel Savoy als de hoofdpersoon van het boek kunnen zien. Niet voor iedereen was Gabriel de hoofdpersoon maar eerder de verteller, de chroniqueur.

 

Vind je dat Roth zijn personages voldoende heeft uitgediept?

 

De verschillende personages zijn niet echt uitgediept. Het gaat ook niet echt over hen. Ze zijn een hulpmiddel om het tijdsbeeld te schetsen. Over dit tijdsbeeld gaat het boek ook eigenlijk.

Aan deze roman, die één van zijn eersten was, merk je ook dat Roth een journalist was. Het gaat hem om de algemene situatie en niet om de mensen.

 

Wie van deze personages vond je het boeiendst ?

 

De meesten vonden Stasia het meest boeiend. Zij is een dappere jonge vrouw. Ze wil graag naar Parijs en oefent elke dag op haar kamer trouw haar franse woordjes. Zij houdt van Gabriel maar als die niet doet wat zij graag zou willen, blijft ze niet bij de pakken zitten.

Voor één enkel iemand was Zwonimir Pansin het meest boeiend. Hij is “agitator, uit liefde voor onlusten. Hij is een warhoofd, maar oprecht, en hij gelooft in zijn revolutie”. Hij is zo vrolijk vaak en grappig. “U hebt puntige laarzen!’ zei Zwonimir, ‘laat me eens kijken of ze scherp zijn. Waar laat u uw laarzen slijpen? Het nieuwste oorlogswapen. Stormloop met Franse puntlaarzen!”

 

Wat is het thema ?

 

De gelaagdheid, de ongelijkheid in de samenleving. Er gaat iets dreigend van uit.

Als het hotel voor de samenleving staat, en het hotel brandt op het einde van het boek af, dan staat dit ook voor wat er gaat gebeuren: de beurscrash, de opkomst van het nazisme en het uitbreken van de tweede Wereldoorlog.

 

Welke motieven komen er in voor?

 

Klokken, koffers, schimmen.

 

Wat vond je van het einde van het boek?

 

Het was wel een verwacht einde. De stakende arbeiders en de berooide teruggekeerden van de oorlog komen in opstand. De totale chaos breekt uit, het hotel brandt af. En het leger wordt er bij geroepen om de orde te doen weerkeren. Hotel weg en dus einde van het verhaal. En Gabriel trekt verder.

 

Zou je het boek aanraden of afraden en waarom?

 

Na bespreking toch eerder wel, omwille van de manier van schrijven, de paralellen met nu.

 

Geef een beoordeling na de bespreking.

 

7 – 7 – 7,5 – 7,5 – 7 – 6,5 – 7,5 = 50. Gemiddeld 7,1

 

Over de schrijver.

 

Jeugdjaren

- Geboren op 2 september 1894, in Brody in Galicië, aan de grens van de dubbelmonarchie (Oostenrijk Hongarije) met Rusland.

- Brody was sinds 1881 een doorgangsstation voor joodse emigranten die voor pogroms uit Rusland waren gevlucht.

- Het is ook een multiculturele stad avant la lettre. Roth groeit op in de joodse gemeenschap die jiddisch spreekt. Maar hij leert ook de Duitssprekende bureaucraten en soldaten van de Dubbelmonarchie kennen, evenals de Slavische boeren en handelslui die Pools, Russisch en Oekraïens spreken.

- Zelf kiest hij er voor om naar een Duitstalige school te gaan in tegenstelling tot de meeste van zijn leeftijdsgenoten.

- Als de dubbelmonarchie uiteenvalt na WOI wordt Brody Pools (nu Oekraïne). Roth wil echter geen Pool worden en slaagt er in om zijn geboorteplaats te laten veranderen in Swaby want hij wil absoluut Oostenrijks staatsburger blijven.

- De ervaringen van zijn jeugd zullen een rol spelen in zijn werk.

 

Wenen en legerdienst

Roth gaat studeren in Wenen en in 1916 neemt hij vrijwillig dienst het leger. Hoewel hij later opschept dat hij in Russische krijgsgevangenschap is geweest is hij niet in actieve dienst geweest. Hij was namelijk medewerker van de Illustrierte Kriegszeitung.

Bij het leger leert hij drinken en dat zal hij nooit meer afleren.

 

Huwelijk

In 1922 huwt hij met Friederike (Friedl) Reichler, een jonge mooie Oostenrijkse vrouw. Zij kan het nomadenleven dat Roth leidt niet aan en wordt psychisch ziek (schizofrenie). Ze wordt opgenomen in een sanatorium en zal daar niet meer uitkomen. In 1940 wordt zij door de nazi’s omgebracht in het kader van het euthanasieprogramma. Roth heeft tot aan zijn dood voor haar gezorgd.

Zijn tweede vrouw was een kleurlinge, Andrea Mangabel.

Zijn derde vrouw Irmgard Keun bleef bij hem tot aan zijn dood.

 

Berlijnse jaren en reis in de Sovjet-Unie

Vanaf 1920 ontpopt Roth zich als een sterreporter voor diverse kranten, o.a. de Frankfurter Zeitung, die een externe redactie had in Berlijn. Hij werd goed betaald, maar bezat geld noch goed. De jaren ’20 waren de hoogtijdagen van het krantenfeuilleton. Roth ontwikkelt een heel eigen stijl met rake observaties van het dagelijkse leven en van allerlei mensen en groepen (o.a. de assimilatie en het verlies aan identiteit van de Oost-joden die in Berlijn waren neergestreken of de overlevingsstrijd van Russen, Chinezen, Armenen en andere buitenlanders in de stad). Hij slaagde er in om zich in de situatie van de armsten te verplaatsen. Moest hij nu leven, hij zou schrijven over asielzoekers, illegalen en daklozen.

Hij schreef ook over het verkeer en de technische organisatie van een miljoenenstad want dat imponeerde en beangstigde hem tegelijk.

Hij gaf aan de cultuurbijlage van de krant een nieuwe functie. Hij schreef een soort literaire miniatuurtjes en essayistische teksten van blijvende waarde; minder over culturele evenementen. In een brief aan de Frankfurter Zeitung schreef hij in 1925: “ Ik ben geen dessert, geen toetje, maar het hoofdgerecht. (…) Ik maak geen geestige cursiefjes. Ik teken het gezicht van de tijd. Dat is de taak van een grote krant.”

In het boek “Joseph Roth in Berlijn” is een aantal van die artikelen opgenomen en van commentaar voorzien door Michael Bienert. De ondertitel “Een leesboek voor wandelaars” is een beetje misleidend want die geeft de indruk dat het om een toeristische gids gaat en dat is het boek allerminst. In totaal schreef Roth 1500 krantenartikelen.

Roth leidde een nomadisch bestaan. Zijn post liet hij opsturen naar de redactie-adressen van de kanten waar hij voor werkte. Slechts één keer huurde hij een woning maar dat was rap gedaan. Hij had geen vast adres, logeerde bij vrienden, in cafés, pensions en hotels. Het is daarop wellicht dat zijn vrouw is afgeknapt.

In 1926-1927 bezoekt Roth de Sovjet-Unie. Hij beschrijft verschillende facetten van de nieuwe samenleving: over boeren en partijambtenaren, over modderige Wolgadorpen en theaters in Moskou, over de nieuwe seksuele zeden en wat er overschiet van de religie, over subtiele krantencensuur, verwoede alfabetiseringspogingen en het lot van Russische emigranten. Maar hij is zeer kritisch. “Na de terreur is de bureaucratie ingetreden. De opwinding van de Revolutie is voorbij en een natie opbouwen blijkt behoorlijk prozaïsch werk. Mensenwerk met alle mankementen van dien. ”

Onder meer door de ervaringen in de Sovjet-Unie evolueert Roth geleidelijk van een sociaal-democratisch standpunt naar een meer conservatieve kijk op de samenleving. Uiteindelijk wordt hij een voorstander van het terug aan de macht brengen in Oostenrijk van Otto van Habsburg.

 

Boekverbranding door de nazi’s en exil

Roth had Berlijn als standplaats eigenlijk al in 1925 verlaten. Hij was naar Parijs getrokken. Maar in 1933 worden zijn boeken verboden in Duitsland en moet hij andere uitgevers vinden.

Over zijn exil zegt Roth: ”Ik ben een letterkundig emigrant. Vrijwillig weggegaan. Iemand die geen lust heeft om te schrijven voor uitgevers van een land waar de vrijheid van de letterkundigen tot het verleden behoort”.

Hij vond een uitgever in Amsterdam. Daardoor vertoefde hij geregeld in Nederland en ook in België. Els Snick schreef er een proefschrift over. Roth verbleef vaak in het Eden hotel. In het boek van Els Snick krijg je het beeld van een aan de drank verslaafde schrijver die steeds op zoek is naar voorschotten. Zijn uitgaven zijn immers groter dan zijn inkomsten. Hij betaalt voor zijn vrouw die in een sanatorium verblijft, voor een maîtresse en haar twee kinderen en voor een geldverslindend leven in hotels en cafés. Want “huizen dienen om in te sterven” zei hij eens tegen Anton van Duinkerken.

In hotel Eden schrijft Roth “Biecht van een moordenaar” in 1936. In datzelfde jaar schrijft hij in Oostende “Het valse gewicht”.

 

Met Zweig in Oostende

Roth verbleef ook in België. In de zomer van 1936 verblijft Roth in Oostende samen met Stefan Zweig. Roth is dan 42 maar ziet er uit als een zestigjarige. Hij maakt er kennis met de 31-jarige Irmgard Keun, waar hij een relatie mee begint. Over hun eerste contact schrijft Keun later: “Ik had het gevoel een mens voor mij te hebben die van verdriet het volgende uur zou kunnen sterven”.

In Parijs probeert Roth zich niet alleen overeind te houden met schrijven maar houdt hij zich ook bezig met hulp aan Oostenrijkse vluchtelingen.

 

Roth’s laatste werken

In zijn laatste levensjaar (1939) schreef Roth “1002 Nacht” en in mei van dat jaar “De legende van de heilige drinker”. Het werd postuum uitgegeven.

Roth had een inzinking gekregen toen hij vernam dat zijn vriend Ernst Toller zich had verhangen. In het Parijse armenziekenhuis waar men hem naar toe bracht weigerde men hem alcohol te geven, hij kreeg er een longontsteking en vier dagen later, voor zijn vrienden in actie konden komen en hem er weg halen, was hij dood .

 

 

De rest van de dag - Kazuo Ishiguro

 

 

Korte inhoud.

 

Butler James Stevens kijkt terug op zijn dienstjaren op het Engelse landgoed Darlington Hall, waarvan de lord een twijfelachtige rol speelde in de opmaat tot de Tweede Wereldoorlog. Op verzoek van zijn nieuwe baas, een Amerikaans industrieel, gaat Stevens op reis om de vroegere huishoudster te vragen terug in dienst te treden op Darlington Hall. Tussen hen speelde meer dan een professionele relatie maar het karakter van Stevens maakte iets anders onmogelijk.

Een reisverslag van een man die aan één plek en idee gebonden is.

 

Bespreking

 

Waarover gaat deze roman? Wat is het thema?

 

Er werden veel mogelijke thema’s naar voren gebracht: dienstbaarheid, leugen, spijt, waardigheid, plichtsbesef.

Verlies leek uiteindelijk het ware thema te zijn.

Verlies van het (eigen) leven, van het persoonlijke leven op het professionele leven, van zijn identiteit, van de liefde, van zijn meesters en van zijn waarden.

Mr. Stevens heeft door zijn hele leven zich toe te leggen op zijn beroep, op zijn waardigheid en het streven een even goede en zelfs betere butler dan zijn vader te worden, zijn echte persoonlijke leven verloren. Hij heeft geen persoonlijkheid meer.

Hij laat geen gevoelens toe. Zelfs in gesprekken met zijn eigen vader is er geen gevoel te bespeuren. Ook niet op het ogenblik dat zijn vader op sterven ligt want ook dan laat hij zijn plicht voorgaan.

Een echt menselijk leven heeft hij niet, nooit gehad.

Hij is “de butler”, altijd en overal.

 

Wat vind je van de formalistische, plechtstatige taal die gebruikt wordt?

 

De taal past bij de hoofdpersoon Mr. Stevens. Zo is hij, plechtstatig, deftig, nooit vertrouwelijk of ontspannen.

Hij ontkent zijn persoonlijke gevoelens en overtuigingen. Die kan en mag hij volgens zichzelf niet uiten als waardige butler. En dus moet hij altijd in zijn rol blijven.

Zijn manier van vertellen waarbij hij een vraag stelt en zelf de antwoorden geeft “wat is een ‘groot’ butler” lijken wel bedoeld te zijn om niet alleen de toehoorder/lezer te overtuigen, maar ook om zichzelf gerust te stellen.

Soms moet je als lezer ook wel wat lachen om dat plechtstatige, bijvoorbeeld als Stevens over het Engelse landschap filosofeert:

“ het Engelse landschap op zijn best … bezit een eigenschap die de landschappen van andere landen, hoe indrukwekkend op het eerste gezicht ook, steevast blijken te missen. Het is, meen ik, een eigenschap die maakt, zoals elke objectieve waarnemer zal erkennen, dat het Engelse landschap van alle landschappen ter wereld de diepste voldoening schenkt, en deze eigenschap valt vermoedelijk het best weer te geven met het woord ‘grootheid’. … Wij noemen ons land Groot-Brittannië, en wellicht vinden sommigen dat een enigszins onbescheiden gewoonte. Maar ik durf te stellen dat alleen al ons landschap het gebruik van dat verheven adjectief rechtvaardigt.

Maar wat houdt die ‘grootheid’ nu precies in? Waarin is zij eigenlijk gelegen? … maar als ik een poging zou moeten wagen zou ik zeggen dat juist de afwezigheid van opvallend drama of spektakel de schoonheid van ons land zo uniek maakt. … De panorama’s die werelddelen als Afrika en Amerika ons te bieden hebben mogen dan zonder twijfel heel opwindend zijn, de objectieve aanschouwer zou ze absoluut inferieur achten aan de Engelse vanwege hun onbetamelijke schreeuwerigheid.”

Soms stoorde die plechtstatige stijl wel voor enkele leden, vooral als je aan het boek begint. Na een tijd geraak je aan die stijl gewoon. Af en toe was de nogal plechtige uitleg wel wat te lang maar niet iedereen stoorde er zich aan.

 

In Moscombe vlucht Mr. Stevens naar zijn kamer. Waarom doet hij dat?

 

Hij kan het niet aan wat Harry Smith zegt over waardigheid. Dit gaat volledig in tegen zijn eigen opvatting hierover. Zijn eigen ideeën over waardigheid, die hij zichzelf altijd heeft voorgehouden, worden door de uitlatingen van Smith helemaal ondergraven en dat kan hij niet aan. Dat accepteren zou immers betekenen dat hij altijd in een leugen of een schijn heeft geleefd.

Vind je het realistisch dat een vrouw als Mss Kenton verliefd op hem kan zijn of in elke geval droomde van een leven met hem als partner?

 

Geen gemakkelijke vraag. Hoe kan je verliefd worden op een man die nooit zijn ware gelaat toont? Op iemand die zijn gevoelens niet kan uiten en ze wegstopt, zelf voor zichzelf? Maar misschien zijn er vrouwen die net vallen voor zo een man. Die denken dat zij hem wil uit zijn schelp kunnen lokken, hem kunnen ontdooien.

Misschien zag Miss Kenton wel de echte Mr. Stevens achter de façade die hij voorhield.

In elk geval moet het een grote liefde geweest zijn als zij er op latere leeftijd tegenover hem op terug komt en toegeeft dat ze soms gedacht heeft aan hoe een leven met hem zou kunnen geweest zijn.

Mr. Stevens zelf breekt op dat ogenblik, maar enkel innerlijk. Hij geeft nog steeds niet toe dat hij gevoelens had voor de huishoudster, noch tegenover haar, noch echt tegenover zichzelf want hij stopt het weer weg.

Misschien wist of voelde hij vroeger ook wel dat Mss. Kenton gevoelens voor hem koesterde maar hij wilde dat niet toelaten of hij kon dat niet aan. Hij kon dat geen plaats geven in zijn functie van waardige butler. Hij identificeerde zich immers met zijn functie.

 

De boek scene – Mss. Kenton wil weten welk boek hij leest in in zijn ‘private’ time . Hij leest een sentimenteel boek. Waarom reageert hij zo koel?

 

In zijn werkkamer is hij de butler, dan is hij in functie en wil hij ook als de hoofdbutler, die boven al het andere personeel staat, gezien worden

Hij houdt steeds een façade van strengheid, onkreukbaarheid en vooral waardigheid voor en een liefdesverhaal of een sentimenteel boek paste niet in dat plaatje. Hij wil voor alles de schijn ophouden en is boos als zijn achter zijn masker wil kijken. Misschien schaamt hij zich ook want hij wil voor alles de goede butler zijn en niet een man of een mens.

Wat vind je van de titel "The remains of the day” Is de ‘ De rest van de dag’ een goede vertaling?

 

Het woord “remains” is niet echt goed te vertalen in het Nederlands.

Het woord “rest” of “resten” dekt de lading niet, ook “overblijfselen” of “restanten” niet. Die woorden hebben niet dezelfde gevoelswaarde.

De “remains” staat voor de avond, symbool van wat er overblijft, nog rest, het deel van het leven dat Mr. Stevens nog te gaan heeft.

 

Wat vind je mooier – boek of film?

 

Beiden zijn mooi maar verschillend.

Het boek is meer uitgediept. Daar waar de film zich voornamelijk toespitst op het liefdesverhaal of eigenlijk op de onmogelijke liefde tussen butler en huishoudster, gaat het boek veel verder dan dit onderwerp. Hierin komt meer het plichtsbesef tot in het absurde aan bod dat eigenlijk de oorzaak is van de onmogelijkheid van hun liefde.

 

Punten na bespreking: gemiddeld 8.

Over de schrijver

 

“'I am a writer who wishes to write international novels. What is an 'international' novel? I believe it to be one, quite simply, that contains a vision of life that is of importance to people of varied backgrounds around the world. It may concern characters who jet across continents, but may just as easily be set firmly in one small locality.'”

Kazuo Ishiguro, (Nagasaki 8 nov. 1954)is een Brits schrijver van Japanse afkomst. Hij kwam als zesjarige met zijn ouders naar Groot-Brittannië.

Hij studeerde Engels en filosofie en volgde een cursus creatief schrijven.

In 1980 verschenen zijn eerste korte verhalen.

Zijn eerste roman, A pale view of hills (1982), “Versluierde heuvels” het verhaal van een Japanse vrouw in Engeland, overlevende van de atoombom op Nagasaki, die terugkijkt op haar gruwelijke ervaringen, trok de aandacht door zeggingskracht en originaliteit.

An artist of the floating world “Een kunstenaar van het vlietende leven” (1986- Whitbreadboek van het jaar) beschrijft op sobere, afstandelijke toon het harde lot in het naoorlogse Japan van een schilder en affiche-ontwerper die zijn talent uit eerlijke overtuiging in dienst van het vaderland had gesteld, maar ondervindt dat er in het nieuwe Japan geen plaats meer is voor zijn kunst.

In de geheel in Engeland gesitueerde roman The remains of the day (1989) “De rest van de dag” waarmee hij in hetzelfde jaar de Bookerprize won ( verfilmd in 1993) confronteert een ‘volmaakte’ butler dertig jaar na dato zichzelf met zijn misplaatste toewijding aan een Engelse edelman met nazisympathieën.