Besprekingen 2011 - 2012 Deel 3
Nobele zielen - Lydie Salvaire
Korte inhoud
Een groep welgestelde en weldenkende Franse toeristen die al alles gezien hebben, nemen deel aan een rondreis in Europa waarbij ze armoedige en achtergestelde buurten bezoeken. Er neemt ook een ‘ervaringsdeskundige’ deel aan de rondreis, Jason (“spreek uit Djeesun”), een macho-etter uit een achterstandsbuurt. Hij heeft een vriendin, de zachte, goedmoedige en wat onnozele Olympia.
Omdat de groep na het afhaken van een koppel uit 13 bestaat wordt Olympia gevraagd aan de reis deel te nemen, op kosten van de toeristen uiteraard.
Dan volgt een verslag van de bezoeken aan de armoedige en naargeestige buurten waarbij de ellende steeds erger wordt. Al die kommer brengt bij de menslievende toeristen echter alles behalve het beste in hen naar boven, met als apotheose helse ruzies en de reis die strandt op een parking langs de snelweg in Noord Italië.
Bespreking
Eerste indruk en cijfer
- Veva: had niets met het boek, een clichéboek, heb het moeilijk om punten te geven - 4,5
- Els: onderwerp was een goed idee maar het was niet goed uitgewerkt, karakters waren wel goed beschreven - 6,5
- Hilde: ik had er niet veel mee maar vond ook het idee wel goed, zou beter zijn geweest als het met Engelse humor was verteld - 4,5
- Lili: Ik vond dit een erg grappig maar ook wel tragisch boek van mensen met hun kleine kanten. Het taalgebruik van de schrijfster was knap. Ze schetst de situaties en de personages op een grappige, scherpe en sarcastische manier en ze houdt dit het ganse verhaal vol - 7,5
- Belinda: ook ik vond het idee achter het boek goed maar het was slecht uitgewerkt. Ik wilde het wel uitlezen omdat ik graag wist wat er ging gebeuren - 6
- Mariëlle: vond het grappig, sommige figuren waren levendig en anderen drongen niet tot me door - 6,5
- Dymph: ik heb het boek niet met erge walging gelezen. Ik erger me aan dat soort humor. De vertellende rol van de schrijfster in het verhaal vond ik wel goed gevonden. Ze laat zien dat ze het verhaal uitvindt. Het einde vond ik nogal stom. - 5,5
- Mieja: ik vond het een geweldig goed boek en heb genoten van het lezen. Het verhaal zelf pakte me niet maar de typering van de figuren was knap gedaan, zo herkenbaar. Wat ik ook knap vond waren de verschillende soorten talen die in het boek aan bod kwamen. Dat had iets heel vervreemdend - 8.
Waarom luidt de titel van het boek "Nobele zielen"?
De Nobele zielen zijn de welgestelde toeristen die zo bekommerd schijnen te zijn om hen die het minder goed hebben dan zijzelf. In het boek wordt echter hun hypocrisie aan de kaak gesteld, hun gevoelens van superioriteit ook. Werkelijk geconfronteerd met de ellende van anderen vallen de maskers af en blijven ze toch liever in hun eigen veilige omgeving om aan liefdadigheid op afstand te doen. De Nobele zielen zijn dus niet zo nobel als ze zelf wel denken en zouden willen; Deze houding is erg herkenbaar beschreven in het boek. “Hier lijkt de dag niet op de dag. De dag is als een vaal stuk nacht. Met die woorden wil de reisleider de gemoederen striemen….. Prompt trekken de toeristen het bijbehorende gezicht van waardige droefheid.”.
Is het boek sarcastisch, ironisch of komisch?
Het is eerder ironisch dan komisch.
De schrijfster speelt zelf een rol in het boek. Ze spreekt regelmatig de lezer aan. Wat vind je hiervan?
Het is erg intrigerend. En wie is 'diegene wiens naam ik niet kan noemen'? Uit interviews zou blijken dat het een in Parijs gekende kunstcriticus is.
Ergens zegt ze ook 'ik heb te veel gezegd, dadelijk wordt ik nog herkend'. Olympia draagt het geheim van de schrijfster in zich, wordt er ook ergens gezegd. Olympia wordt als volgt omschreven: “Je kunt niet zeggen dat ze persoonlijke charme heeft. Persoonlijke charme is voorbehouden aan mensen die erg verliefd zijn op zichzelf, de kunst en de methode beheersen om hun eigen verdiensten te belichten. Op belichtingsgebied is Olympia een levensgrote nulla. Ze heeft niets in te brengen…Olympia telt totaal niet mee. Als ik haar niet had verzonnen, zou ze haar onbenullige leven hebben geleefd zonder dat iemand er ook maar de geringste aandacht aan zou hebben besteed…. Want Olympia is als de bloemen die verwelken wanneer ze nog maar nauwelijks zijn geplukt en wier zijn samenvalt met verdwijnen, ik deins nooit terug voor het beoefenen van de poëzie waar we zozeer behoefte aan hebben”. Lydie Salvaire heeft ooit gezegd dat Olympia diegene is die zij had kunnen worden. Ook zij groeide op in een migrantengezin in een soortgelijke omgeving maar zij heeft geleerd om woorden, taal, te gebruiken om zich uit te drukken en zich aan de situatie te ontworstelen. De jongeren in de arme wijken hebben geen woorden om zich uit te drukken.
Is er iets in de roman waardoor je geraakt wordt? Of wat je herkent?
- De manier waarop Jason met Olympia omging raakte. Het was erg vernederend en kwetsend. “...hij (Jason) zich nooit anders gedraagt dan onvriendelijk….alsof haar (Olympia's) aanwezigheid de gave heeft hem te irriteren… want voor hem is viriliteit ruwheid is boosaardigheid is beledigingen”.
- de hypocrisie van bepaalde "weldenkende" mensen is erg herkenbaar. Het eigenbelang dat toch de eerste plaats in neemt.
Welke soort mensen reizen er mee in de bus? Zijn het geloofwaardige figuren?
Het zijn eerder karikaturen. Hun karaktertrekken zijn erg uitvergroot zoals een bij karikatuur past. Dit is duidelijk ook de bedoeling van de schrijfster geweest.
Het valt op dat de schrijfster bijna niets zegt over landschap of achtergrond. Het gaat allemaal over wat er zich afspeelt tussen mensen. Wat vind je van haar beschrijvingen?
De beschrijving van de toestanden die de toeristen onder ogen kregen werden wel gemist. Er zijn echter geen goede beschrijvingen van want die plaatsen zijn inwisselbaar. Dat zou je ook van de personages kunnen zeggen die wel uitgebreid beschreven worden. Maar de achterstandswijken en buurten bestaan, dat is een gegeven. De schrijfster heeft in dit boek de houding willen aanklagen die mensen die het wel goed hebben aannemen tegenover die toestanden. Vandaar dat mensen wel en landschap en achtergronden niet omschreven worden.
Het boek deed wel denken aan georganiseerde reizen in exotische landen waar je ook bij een "authentiek gezin" op bezoek kan gaan maar waarvan de 'authenticiteit' enkel ten behoeve van de toeristen wordt opgezet.
De schrijfster laat zien dat er meerdere werelden bestaan. De ene wereld is bijna het spiegelbeeld van de andere. Is dat jullie ook opgevallen?
- Lafayade fraudeert 'legaal', een soort van fraude die door de gemeenschap wordt aanvaard. Jason fraudeert illegaal. Zijn soort fraude kan op weinig sympathie rekenen bij de meeste burgers.
- er is een parallel tussen Olympia en juffrouw Faulkicher. De eerste is op zoek naar liefde, de tweede naar een man.
- de jeugd in de achterstandswijken slaat de toeristen gade alsof zij zich afwijkend gedragen en vice versa. De kloof en het onbegrip tussen arm en rijk wordt steeds groter.
Heb je nieuwe woorden geleerd?
"encanailleren": omgaan met mensen die beneden je stand zijn.
"postprandiaal": na het eten van een maaltijd.
"syllogisme": term uit de retorica, redenering bestaande uit 2 vooropgezette stellingen en een daaruit gemaakte gevolgtrekking.
"endosmose": opslorping
Welke rol speelt taal in het boek?
Taal speelt een erg grote rol in het boek. De schrijfster wil spreken voor Olympia en haar soortgenoten omdat zij de taal daartoe niet hebben. "Olympia is te veel. Hoe te veel? Op alle manieren te veel. De aanwezigheid van juffrouw Faulkircher onthult dat er andere levens zijn dan de hare, veel verfijndere levens...... en waarvan ze in ieder geval door een onoverbrugbare kloof is gescheiden. Maar Olympia ervaart die onthulling zonder haar onder woorden te kunnen brengen. Ze vervalt in stilzwijgen. Ze frunnikt aan haar krullen. Zoals steeds wanneer de woorden weigeren uit haar mond te komen. Het opmerkelijke van ware ellende is dat ze niet uit de mond kan komen van degenen die erdoor worden getroffen. En dat maakt de zaken gecompliceerd. Om niet te zeggen onmogelijk. Want niemand kan spreken voor een ander. En dat sta ik mezelf nu juist toe. Spreken voor Olympia. Zonder spoortje gewetensnood. Erger nog, vanuit de zelfingenomen zekerheid dat ik het volste recht daartoe heb. Met het onwankelbare gevoel dat ik hiermee evenzeer gehoorzaam aan Olympia als aan mijzelf". (blz. 53)
Is dit boek literatuur?
Het is literatuur omwille van de taal. Het is geschreven vanuit een boosheid, verontwaardiging. Literatuur moet aan de kaak stellen wat de media niet meer doen.
Cijfer na bespreking
Dankzij de begeesterende begeleiding van Mieja en de stukken die ze voorlas uit het boek, stegen de punten na de bespreking opzienbarend: van 48,5 naar 53,5. Dat is gemiddeld 6,50.
Meer over de schrijfster
Lydie Salvaire is geboren in 1948. Haar ouders zijn Spaanse republikeinen die naar Frankrijk vluchtten voor het Franco regime. Zij bracht haar jeugd door in Toulouse en studeerde daar ook letteren aan de universiteit. Later schreef zij zich in aan de medische faculteit en studeerde af in de psychiatrie. Tijdens haar loopbaan als psychiater schreef zo ook artikelen in literaire tijdschriften. Haar eerste roman "La déclaration" werd gepublliceerd in 1989. Verschillende van haar teksten werden ook tot theaterstukken herwerkt.
De avonden - Gerard Reve
Korte inhoud
Het boek beschrijft de laatste dagen van 1946 door de ogen van de jonge kantoorklerk Frits van Egters die nog bij zijn kleinburgerlijke ouders inwoont. Frits ziet zichzelf eerder als een buitenstaander die het leven van zijn ouders, broer en vrienden beschouwt en beschrijft. De lezer verneemt hoofdzakelijk wat Frits hoe de avonden van Frits verlopen en wat hij droomt. Over wat er overdag op zijn werk gebeurt wordt niet gesproken.
Bespreking
Eerste indruk en cijfer
Mariëlle: ik heb het op de middelbare school (verplicht) gelezen en vond het toen een erg saai boek. Maar dat vind ik nu niet meer. Ik heb het met plezier gelezen. Ik kon me Frits zo voorstellen. Het boek is mooi geschreven, grappig, het heeft me aangenaam verrast - 7.5
Veva: ik heb het boek ook vroeger gelezen en toen had ik er een depressief gevoel aan overgehouden. Nu vond ik het heel mooi geschreven, heel banale zaken die in mooie taal worden omgezet. Dit boek moet toen het verscheen in 1947 een echte trendbreuk gegeven hebben - 8
Lili: ik las het boek niet toen ik jonger was, wel ooit in een andere leesgroep. Ik vind het een erg mooi boek, zowel grappig als tragisch en op het einde ontroerend. De leegte of de zinloosheid van het leven, die Frits ervaart, wordt erg goed weergegeven. Knap geschreven - 8
Hilde: ik vond het saai en heel moeilijk. Het boek was wel goed geschreven. Ik vond de leegte zo deprimerend en kon er niet tegen - 7,5
Mieja: ik vond het boek toen ik jong was al erg goed en ook herkenbaar. Maar nu vond ik het verstrijken van de tijd heel vreemd. Nu ik ouder ben gaat de tijd voor mij erg snel terwijl het in het boek juist erg traag gaat. Dit heb ik niet zo ervaren toen ik het las en jonger was. Rekening houdend met het feit dat het geschreven is in 1946 geef ik het een 8.
Belinda: het is een boek dat in Nederland erg belangrijk is. Ik ben er toen ik jonger was ook aan begonnen en ik vond het verschrikkelijk en saai. Nu vond ik het goed geschreven, geloofwaardig. Het gaf mij een inkijk op hoe het leven van mijn ouders was, de uitzichtloosheid, er was niets. Ik heb het wel uitgelezen omdat het voor de leesgroep was - 7,5
Els: ik heb het boek ook vroeger op school gelezen. De houding van Frits tegenover zijn ouders heeft me geraakt. Hij voelt zich nergens goed en neemt een pose aan. Dat is goed beschreven - 8
Kan het boek vandaag, na 65 jaar nog boeien en zo ja waarom?
Het kan zeker nog boeien. Het thema is universeel: het ervaren van het leven als zinloos is van alle tijden en plaatsen. Ook het gebrek aan communicatie, aan echte communicatie tenminste, is nu nog actueel. De houding van Frits tegenover zijn ouders is wel nogal puberaal, iets wat je niet meer verwacht van een twintiger. Veel zaken die in het boek voorkomen en die voor ons verschrikkelijk lijken waren na de gruwelen van de tweede wereldoorlog wellicht minder erg voor de mensen die toen leefden. Het boek is ook niet ouderwets geschreven, integendeel.
Is het mogelijk om je als lezer in de situatie van Frits te verplaatsen?
Je kan je echt Frits zo voorstellen en ook zich in hem verplaatsen. Het is een geloofwaardig personage, goed uitgediept. Zijn reacties op de verschillende situaties is consequent en goed beschreven. Hij vind het leven banaal en zinloos, weet niet wat hij er mee moet aanvangen. Hij verafschuwt stiltes als hij bij anderen is. Hij denkt dat hij steeds de conversaties gaande moet houden en begint als er stiltes vallen over de meest banale zaken te praten zoals kaalheid, dat verschillende keren aan bod komt. Het lijkt wel of hij al zijn vrienden een vrees voor aankomende kaalheid wil aanpraten. Hij lijkt ook wel een erg angstig mens als je zijn dromen hoort. Ook daar kent hij geen vreugdevolle momenten. Hij staat wel erg hulpeloos in het leven lijkt het, als een buitenstaander in de levens van de anderen.
Waarnaar is Frits op zoek?
Je krijgt de indruk dat er vroeger op de middelbare school iets moet gebeurd zijn met Frits waardoor hij zijn studies niet heeft afgemaakt. Dat is voor hem een duidelijke bron van frustratie. Op de schoolreunie ontwijkt hij zoveel mogelijk zijn vroegere klasgenoten en als ze hem toch aanspreken antwoordt hij niet op hun vragen over wat hij nu doet. Hij lijkt zich over zijn kantoorjob te schamen tegenover zijn vrienden.
Frits is op zoek naar de zin en de betekenis van het leven, naar een doel om voor te leven maar ziet dit niet. Hij vindt het leven van zijn ouders banaal en een dergelijk leven wil hij zeker niet. Op het einde van het boek is hij wel wat milder tegenover zijn ouders. Hij voelt meer medeleven of zelfs medelijden met hen en lijkt zich met hen verzoend te hebben.
Kan Frits ooit uit zijn isolement geraken?
Het einde van het boek is wel positief en daaruit kan geconcludeerd worden dat hij toch ooit uit zijn isolement zal geraken. Hiervoor moet hij het leven zoals het is aanvaarden of er iets anders van maken. Het einde van het boek is ook best raadselachtig 'Het is gezien, mompelde hij, het is niet onopgemerkt gebleven. Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap'. Wat is er gezien, wat is er niet onopgemerkt gebleven?
"De avonden" lijkt wel een dagboek. Waarom is het niet in de ikvorm geschreven?
Het verhaal is in de hij-vorm geschreven om wat meer afstand te scheppen. Zo kan Frits beter beschreven worden. Als je van de theorie uitgaat dat het boek voor een groot deel autobiografisch is, is het misschien ook minder confronterend voor de omgeving van de schrijver. Het boek is eerdere een cronologisch verslag dan een dagboek.
Wat is het thema van het boek?
- leegte
- angst voor de dood
- volwassen worden, mededogen als eerste blijk van volwassenheid
- eenzaamheid.
Cijfer na bespreking
Na bespreking gemiddeld 7,8.
Meer over de schrijver
Gerard Reve (Amsterdam, 14 december 1923 – Zulte, Oost-Vlaanderen, 8 april 2006), geboren als Gerard Kornelis van het Reve, was een Nederlands schrijver en dichter. Zijn bekendste werken zijn De Avonden (roman, 1947), Werther Nieland (novelle, 1949), Op weg naar het einde (epistolair proza, 1963) en Nader tot U (proza, 1966). Reve publiceerde De avonden aanvankelijk onder het pseudoniem Simon van het Reve, maar al bij de derde druk werd dit pseudoniem door zijn eigen naam vervangen.
Samen met Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans wordt hij tot De Grote Drie van de naoorlogse Nederlandse schrijvers gerekend
De verdovers - Anna Enquist
Korte inhoud
De verdovers wordt op het omslag gepresenteerd als een ‘onvervalste, maar ook onconventionele doktersroman’. Centraal staan Drik en Suzan, broer en zus, respectievelijk psychotherapeut en anesthesist van beroep, die op jonge leeftijd hun moeder verloren. Als het verhaal begint is psychotherapeut Drik ook net weduwnaar. Via de echtgenoot van zijn zus krijgt Drik een patiënt doorverwezen, die later ook leerling-assistent wordt van Suzan. Dan ontwikkelen zich de ingrediënten voor een doktersroman: een geheime relatie, ruzies op de werkvloer en uiteindelijk zelfmoord.
Bespreking
Geeft kort aan wat je van het boek vindt en geef een cijfer.
Els: ik vond het geen goed boek. ik had wel interesse voor wat er over de psycho-analyse werd gezegd maar ik heb er niets van opgestoken. De uitweidingen over de anesthesie waren langdradig en vervelend, het verhaal met de haren getrokken - 6
Mieja: ik heb het boek niet graag gelezen. Ik vond het maar niets, er zat niets in. Het was eerder journalistiek dan literatuur. Het verhaal boeide niet - 5
Veva: ik vond de anesthesiste zorgzamer voor haar patiënten dan de psychiater en dat vond ik wel boeiend. Het verhaal vond ik maar niets - 6
Hilde: ik vond de taal niet fijn. Het boeide me niet. Het tragische einde van het verhaal vond ik heel erg - 6
Dymph: ik vond het boek aardig leesbaar, redelijk interessant. Het was wel allemaal erg afstandelijk, we kregen geen gevoelens te zien - 6,5
Mariëlle: ik vond dit boek niet zo goed als de andere boeken van Enquist. De verschillende interpretaties van 'verdoven' vond ik wel boeiend. Ik vond geen enkele van de personages aardig, vooral Suzan niet omdat ze de schuld bij haar broer legde. De taal van het boek vond ik niet mooi, het was eerder vaktaal - 7
Lili: ik heb het boek enkel uitgelezen omdat het voor de leesclub was. Het was saai en slecht geschreven, erg geconstrueerd. De personages werden nergens mensen van vlees en bloed, ze kwamen niet echt tot leven. Er zat geen gevoel in het boek dit in tegenstelling tot "Contrapunt" wat we eerder lazen. - 5
Belinda: ik heb het wel graag gelezen maar ik vond het wel het slechtste boek van Anna Enquist tot nu toe. Ik heb wel in dat wereldje vertoefd en zo gaat het er werkelijk aan toe. De karakters in het boek waren niet goed uitgewerkt. Ik ergerde me aan de slechte psychiater - 7
Geeft Anna Enquist volgens jou in haar roman een oplossing voor het dilemma voelen of verdoven? Zo ja, hoe zie je haar oplossing? En wat draagt volgens jou het meest bij aan het geluk van mensen (opwoelen of toedekken)?
De schrijfster geeft geen oplossing voor het dilemma. We moeten een onderscheid maken tussen lichamelijke en psychische pijn. Dat lichamelijke pijn verdoofd wordt is goed, onnodig lijden hoeft niet alhoewel er de laatste tijd nogal snel verdoofd wordt. Vroeger waren er bijvoorbeeld bijna geen bevallingen met epidurale verdoving en tegenwoordig wordt het heel veel toegepast . Bij psychische problemen is het anders. Die moeten verwerkt en dus omgewoeld worden. Maar soms is de pijn zo hevig dat een beetje afdekken wel aangewezen is om dan later te kunnen beginnen met het verwerken. Steeds positief denken en zwijgen over problemen is af te keuren. Problemen moeten kunnen benoemd worden, ook bij kinderen.
Jaap Goedegebuure opende zijn recensie in Het Financieel Dagblad (22 oktober 2011) met de vraag: ‘Hoeveel toeval kan een roman verdragen?’ Daarmee suggereerde hij dat het toeval een te grote rol speelde. Verderop in de recensie voegt hij er echter aan toe: ‘In haar nieuwe roman De verdovers lijkt ze [Anna Enquist] het toeval juist als iets zinvols te zien’. Wat is jouw leeservaring ten aanzien van de rol van het toeval?
Er zit te veel toeval in dit boek, het is te groot om geloofwaardig over te komen. Je zit je als lezer bijvoorbeeld af te vragen waarom Allard juist bij Drik terecht komt en je verwacht een reden hiervoor maar die komt er niet. Dit is dus ook maar toeval, maar anders was er natuurlijk geen verhaal.
Wat is jouw oordeel over de dood van Fenny, de moeder van Drik en Suzan? Was haar val van een rots in Zuid-Wales opzet of een ongeluk? (zie bijvoorbeeld p. 31-32, 102 en 182).
We denken dat de val en de dood opzet was van de vader. Anders zou het niet zo vaak naar boven komen nu dat hij dementerend is. Maar dit kan natuurlijk ook komen omdat hij vond dat hij er vroeger niet genoeg over gepraat had en dus verdacht werd. De schrijfster laat de idee dat er sprake is van opzet bij de lezer opkomen en ze doet dat niet echt subtiel. Of de moeder van Drik en Suzan geduwd werd of viel is niet zo erg belangrijk trouwens voor het verhaal. Zij hadden geen moeder meer, daar ging het om.
Irene Start schreef in haar recensie in Elsevier (22 oktober 2011): ‘Door alle symboliek wordt de roman soms topzwaar’. Welke voorbeelden van symboliek zie je en hoe beoordeel je het boek op dit punt?
Er viel niet veel symboliek in het boek op te merken. Of anders lag de symboliek er zo vingerdik op dat je het niet meer als zodanig opmerkte. Bijvoorbeeld Allard die psychisch aan de rand van de afgrond staat en dan een paniekaanval krijgt aan een echte afgrond.
Dezelfde recensente noemde de personages ‘eerder schaakstukken dan mensen’. Wat is uw mening? Waren er personages die je identificatiemogelijkheden boden? Zo ja, wie en waarom?
De verschillende personages lijken inderdaad eerder schaakstukken dan mensen. Het werden nergens echte mensen. Niemand kan zich met één van de personages identificeren. Het is ook allemaal zo onecht: iedereen in het verhaal is multi-getalenteerd. En Drik heet eigenlijk Diederik maar werd Drik genoemd omdat Suzan zijn naam zo uitsprak toen ze klein was want "Diederik" was te moeilijk. Een kind dat die naam te moeilijk vindt zou eerder "Diedik" zeggen dan "Drik" want dat bekt ook niet echt vlot! Het lijkt wel of Anna Enquist een van die auteurs is die enkel boeiend kunnen schrijven over zaken, toestanden, problemen waarbij ze in hun persoonlijk leven betrokken zijn.
Suzan zegt ergens: ‘Drik heeft zich laten knevelen door zijn beroepsgeheim’ (p. 284). Wat vindt jij? Had hij moeten en mogen spreken?
Hij had zeker niet mogen spreken. Dan zou hij zijn beroepsgeheim geschonden hebben. In dat opzicht mocht Suzan noch de anderen hem iets verwijten. Maar Drik had om te beginnen onmiddellijk moeten stoppen met de analyse toen hij hoorde dat Allard bij zijn vrouw werkte. Dat niet doen en doorgaan met de analyse was een zware beroepsfout en volkomen onethisch. En zelfs zonder dit gegeven had hij moeten stoppen toen hij voelde dat de therapie niet werkte. Allardd was echter zijn eerste patiënt na de dood van zijn vrouw en hij wilde, nadat hij zijn beroep hervat had, niet falen.
Dries Muus noemde in zijn recensie in HP/De Tijd (4 november 2011) de gesprekken tussen Drik en Allard ‘de zwakste scènes van het hele boek’. Hoe beoordeel jij deze scènes?
Die gesprekken waren saai en langdradig. Je blijft wachten en er gebeurt niets.
Welk beeld heb je gekregen van het personage Allard Schuurman? Hoe verklaar je zijn suïcide?
Je krijgt niet echt een duidelijk beeld van Allard. Hij is een angstig persoon en heeft last van verlatingsangst. Dan wordt hij op een totaal ongepaste manier gedumpt door Drik, zijn analyst. Een verklaring voor de zelfmoord is er echter niet. Op de analyse na had hij al de problemen die hij had zelf veroorzaakt.
Jann Ruyters gaf haar recensie in Trouw (22 oktober 2011) de titel: ‘In nood handelen mensen instinctief’. Is dat volgens jou ook de essentie van het boek? Zo nee, wat is dat volgens jou?
Dit is niet de essentie. Er wordt in dit boek weinig 'gehandeld'. Iedereen steekt zijn kop in het zand. Niemand deed iets met zijn of haar pijn of kwam tot een oplossing, noch door verdoving, noch door er aan te werken. Iedereen vluchtte van elkaar zonder iets uit te praten. Wat de essentie van dit boek wel is, is niet echt duidelijk. Verdoven of niet? Maar als dit de essentie is, dan is die niet echt goed uitgewerkt.
Hoe waardeerde je het slot van de roman (het telefoontje van Drik)?
Het was goed dat hij zijn zus belde ook al was het niet in hem opgekomen zonder dat zijn pleegmoeder het hem had ingefluisterd, en was hij dronken. Maar volgens ons heeft hij zijn zus vroeger niet in de steek gelaten. Hij was een jongen van 18 die het huis verliet om te gaan studeren. Wat had hij anders moeten doen?
Definitieve punten na bespreking:
de cijfers werden nog naar beneden bijgesteld zodat een gemiddelde van 5,9 werd bekomen.
Over de schrijfster
Anna Enquist (pseudoniem van Christa Widlund-Broer, 1945) studeerde klinische psychologie en volgde een opleiding aan het conservatorium. Haar muziekcarrière beëindigde ze toen ze als psychotherapeute ging werken.
De eerste negen jaar na het verschijnen van haar debuut, de dichtbundel Soldatenliederen (1991), combineerde ze haar werk met het schrijven, sinds 2001 wijdt ze zich volledig aan het schrijven van vooral romans en gedichten. Muziek, onderwerpen die raakvlakken hebben met psychiatrie en autobiografische elementen zoals de rouw om het verlies van een dochter zijn thema’s die in haar werk regelmatig een rol spelen.
In 2002 was Enquist de schrijfster van het Boekenweekgeschenk, de novelle De ijsdragers. Voor haar werk ontving ze diverse literaire prijzen, waaronder in 1997 de NS Publieksprijs voor haar roman Het geheim. De verdovers is haar vijfde roman.