Na mijnheer MacKenzie en Ontbijt bij Tiffany

DAMOLEGI

 

Na mijnheer Mackenzie

Ontbijt bij Tiffany

het thema is eenzaamheid, overleven

Julia leeft op kosten van mannen maar maakt er zich afhankelijk van. het zijn de mannen die beslissen.

De mannen hebben de regie. Vrouwen zijn ondergeschikte figuren.

Julia is niet gelukkig. Ze laat zich leven en heeft geen echt doel tenzij overleven.

Ze zijn beiden op doorreis, hebben geen thuis maar er wel een verschil in leeftijd: Julia is op haar retour.

Dit boek is zwartgalliger

De facade is belangrijker in dit boek

Julia maakt zich niet veel illusies over het leven.

Ze is een tragische figuur. Alleenstaande vrouwen in die tijd waren hetzij afhankelijk van

familie of mannen, of ze moesten werk vinden overeenkomstig hun 'stand'.

Op haar manier is ook Julia vrijgevochten want ze leeft haar leven anders dan de meesten.

Julia's remedie tegen droefheid is gaan wandelen in de straten, zich laten uitwaaien.

Er is wel zelfspot in dit boek.

Het boek is in de jaren '20 van de 20e eeuw geschreven maar de taal op zich is niet voorbijgestreefd.

 

het thema is ook overleven, verlangen naar het goede, naar een beter leven

Ook Holly is afhankelijk van mannen maar ze bepaalt wel zelf van wie en in hoeverre ze afhankelijk is.

Ze heeft zelf de regie, de mannen zijn voor haar gebruiksvoorwerpen.

Holly is wel gelukkig. Zij heeft een doel voor ogen. Ze verstaat ook de kunst van het genieten.

Net als Julia heeft Holly ook geen thuis, is ze op doorreis maar ze is nog erg jong en heeft haar leven voor zich.

Het boek is veel lichter als dat van Rhys. Holly geniet meer van het leven en zo lijkt het of ze onafhankelijker is

Holly vind het niet belangrijk wat anderen denken, ze doet wat ze denkt dat best is voor haar.

Ze heeft nog veel hoop op een beter leven, een rijk huwelijk.

Holly is lief tegenover Doc Golightly die haar en haar broer tenslotte heeft opgevangen toe ze op de dool waren.

Ze beschouwt zichzelf als een wild dier dat niet gekooid kan worden. Als je het je liefde geeft moet je weten dat

het toch op een of andere dag zal uitvliegen en je achterlaten.

Holly's remedie tegen droefheid is een bezoek brengen aan de juwelierszaak Tiffany's.

Het boek heeft humor in plaats van zelfspot.

 

Na meneer Mackenzie - Jean Rhys +

 

Ontbijt bij Tiffany - Truman Capote

 

Een vergelijking

Korte inhoud

Na meneer Mackenzie

 

Julia woont in een hotelletje in Parijs. Ze is totaal afhankelijk van anderen en meer bepaald van mannen. Ze is een onzekere en kwetsbare vrouw “te kwetsbaar om als vrijbuiter door het leven te gaan en er wat van te maken”. Ze krijgt nog elke week geld van haar vroegere minnaar Meneer McKenzie. Maar dan ontvangt ze een brief van zijn advocaat met een laatste grote som en de mededeling dat zij verder niets meer van hem zal krijgen. Julia voelt zich vernedert en uitgeput. Ze wordt ouder en voelt dat ze niet meer het succes van vroeger heeft bij de mannen. Toch zoekt ze haar vroegere minnaar op en geeft hem zijn geld terug. Ze ontmoet dan een andere man die haar geld leent en Julia keert terug naar Londen, waar haar familie woont. Ze stuurt briefjes naar haar zus en naar een vroegere minnaar. Als ze overdag in een bioscooop zit ziet ze daar enkel oudere vrouwen “… met een bedremmelde opgejaagde blik in hun ogen. Alsof ze zich over zichzelf schaamden, alsof ze de wereld smeekten een oogje dicht te doen voor het feit dat ze vrouw waren en het hun niet aan te rekenen”. Haar zus Norah die “duidelijk haar etiket draagt waarop je las ‘Goede stand, geen rooie duit’” en die alleen voor hun zieke moeder zorgt, heeft haar niets te bieden. Een oom die wel in redelijk goede doen is evenmin. En ook haar vroegere minnaar scheept haar af. Als haar moeder dan sterft, ze ruzie krijgt met zus en oom en uit haar hotel wordt gezet omdat ze een man op haar kamer ontvangt, keert ze terug naar Parijs. Londen is voor Julia de stad die bij iedere stap zegt ‘zie dat je geld krijgt anders ga je naar de bliksem’ terwijl dat in Parijs klinkt “vergeet het maar, laat je gaan”. Bij toeval ontmoet ze in Parijs McKenzie nog een keer en vraagt hem om geld. Hoe het met Julia zal aflopen weten we niet.

Ontbijt bij Tiffany

 

Via een naamloze verteller maken we kennis met Holly Golightly, een jonge vrouw in New York in 1943.. Holly leidt een onconventioneel leven. Ze werkt niet maar laat mannen voor haar betalen. Ze is op zoek naar een plaats waar ze zich thuis kan voelen en ook naar geld en rijkdom maar ze wil daarvoor niet te veel toegevingen doen. Ze wil zichzelf blijven. “en ik wil nog steeds mezelf zijn als ik op een mooie ochtend wakker word en ontbijt bij Tiffany” Haar verleden was niet zo gelukkig. Haar ouders stierven toen ze nog een kind was en samen met haar broer Fred zwerft ze dakloos rond, op zoek naar voedsel. Ze worden opgevangen in gezin van een zuiderse boer, Doc Golightly, een weduwnaar met verschillende kinderen. Holly, die toen nog Lullamae heette, trouwt met hem maar na een paar jaar loopt ze weg en belandt ze uiteindelijk in New York. Hier wordt ze omzwermd door allerlei louche maar ook society figuren. Zij worden allemaal treffend en vaak grappig beschreven. De rijke erfgenaam Rusty Traxler bijvoorbeeld is een “kind van middelbare leeftijd dat zijn babyvet nooit was kwijtgeraakt, al was een getalenteerd kleermaker er bijna in geslaagd zijn mollige billenkoekbips te camoufleren. Het was niet zijn uiterlijk waardoor hij opviel: zo zeldzaam zijn geconserveerde zuigelingen nu ook weer niet.” Holly beschouwt zichzelf als een wild dier, en wilde dieren mag je volgens haar niet kooien. “Hou nooit van een wild wezen” zegt ze, want op de duur ontsnappen die toch altijd en “dan sta je uiteindelijk naar de lucht te kijken”. Maar ze voegt er ook aan toe: “Het is beter naar de lucht te kijken dan er te wonen. Het is er zo leeg, zo vaag. Alleen maar een land waar de donder komt en waar dingen in verdwijnen”. Ze is dus niet echt gelukkig. Als ze dan een rijke man aan de haak heeft geslagen die met haar wil trouwen loopt er van alles mis. In tegenstelling tot de gelijknamige film heeft de novelle geen happy maar een open end. Als de verteller Holly’s achtergelaten kat zonder naam achter een raam ziet zitten denkt hij “… ik vroeg me af hoe hij heette, want ik wist zeker dat hij nu een naam had, dat hij ergens was aangekomen waar hij thuishoorde. Of het nu in een Afrikaanse hut is of waar ook, ik hoop dat Holly het ook heeft gevonden”.

 

Bespreking

Wat vond de groep van de twee boeken:

 

•Het boek van Jean Rhys vond ik het mooist maar wel het donkerste. Het was echter consequent geschreven en dit door een alwetende maar betrokken verteller die zowel omschreef wat Julia voelde als de mensen rondom haar. Het boek van Capote werd door iemand geschreven die geen toegang had tot Holly's gevoelens of innerlijk en was daarom afstandelijker.

•Ik ergerde me aan Julia, aan haar afhankelijkheid van mannen. Ik vroeg me echter af of ze een andere keuze had. Holly sprak me niet aan. In de tijd dat het boek geschreven werd was het misschien choquerend maar nu niet meer.

•Julia ergerde me, dat ze zichzelf zo helemaal afhankelijk opstelde ten opzichte van mannen. Anderzijds had ze toch haar eigen idee dat ze wel volgde. Ze was op een manier ook wel vrijgevochten want ze ging alleen op cafè. Ik vond wel een zekere spanning in het verhaal: wat gaat er nu gebeuren? Het deed me enigzins denken aan "Villa des roses", mensen die in hotels wonen, die geen thuis hebben.

•Ik vond beide boeken wel lezenswaardig. Ik erger me niet aan mensen die anders leven dan ik of die er andere opvattingen op na houden. Ik vind het boeiend om te zien hoe die mensen leven.

•Julia, de hoofdpersoon in het boek van Jean Rhys, moet me niet aan te spreken. Ik vond het wel belangrijk dat het boek consequent geschreven was. Er kwamen wel rare, vreemde dialogen in voor maar het verhaal klopte wel grosso modo. De uitwerking vond ik echter ongeloofwaardig. Ik zou het niet uitgelezen hebben als het niet voor de leesgroep was. Ontbijt bij Tiffany sprak me meer aan, het verraste me soms en ik wilde het wel uitlezen. De setting sprak me meer aan.

•De boeken waren niet direct mijn stijl en ik heb ze gelezen omdat het voor de leesclub was. Tijdens het lezen had ik er geen zin in en interesseerde het me niet. Maar na het lezen vond ik ze wel interessant. De eenzaamheid en de hopeloosheid vond ik goed beschreven.

•Het boek van Jean Rhys heb ik gemakkelijk gelezen. Ik was wel geinteresseerd in die vrouw zonder een moreel oordeel over haar te hebben. Het moet moeilijk zijn om zo te leven en ook wel moedig denk ik. Bij het lezen van Ontbijt bij Tiffany had ik de hele tijd Audrey Hepburn voor ogen die in de film de rol van Holly vertolkte. Het boek had echter niet het melige 'happy end' van de film.

•Ik vond in "Na meneer Mackenzie" dat de persoon van Julia knap beschreven werd. Je kwam te weten hoe ze zichzelf zag en hoe anderen haar zagen. Ik vond het ook boeiend hoe Julia zich compleet liet bepalen door anderen of minstens haar leven daardoor liet bepalen. Ik weet niet wat ze had kunnen doen: als gezelschapsdame werken, of kindermeisje, of werk beneden haar stand doen? Het boek van Capote, dat ik nu al voor de derde keer las, was heel anders hoewel het hier ook over een vrouw ging die zich afhankelijk maakt van de mannen maar wel op een heel andere manier. Ik herinner me dat de gevoelens die Holly opriep bij de verteller en bij de cafébaas me wel ontroerden.

 

De vergelijking tussen de twee boeken:

 

In het kort samengevat zou je kunnen zeggen dat het grote verschil tussen de twee boeken ligt in de houding die de hoofdpersonages aannemen tegenover anderen en meer in het bijzonder tegenover mannen. En in tweede orde ligt het verschil in het standpunt van de verteller. In het boek van Jean Rhys is dat een alwetende verteller die ons zegt wat Julia voelt en wat er in haar omgaat maar die ook vertelt hoe anderen denken over Julia en haar relatie tot hen. In het boek van Capote is iemand aan het woord die Holly gekend heeft en die enkel over zijn eigen gevoelens kan praten en kan vertellen wat er gebeurde met Holly op de ogenblikken dat hij bij haar was.

Vraag: Op een lezersforum waar over Jean Rhys werd gesproken, vroeg iemand zich af of iedereen een ‘drempel’ heeft wat betreft droevige boeken. Hebben jullie dat ook? Hoe voel je dat je de drempel bereikt? Of hou je van droevige verhalen? En waarom wel of niet?

 

Voor ieder van ons is dat anders. Sommigen hebben absoluut geen enkele drempel en betrekken het droevige wat zich in boeken voor doet niet op zichzelf, zonder echter in het bijzonder van droevige boeken te houden. Anderen hebben wel een drempel, al dan niet bepaald door persoonlijke ervaringen. Je voelt dat je de drempel bereikt als je niet meer door kan lezen, als je dat absoluut niet meer kan opbrengen zonder je zelf ook slecht te gaan voelen.

 

Punten na bespreking :

- Na mijnheer McKenzie : 6,8

- Ontbijt bij Tiffany: 6,5

Meer over de schrijvers

 

Jean Rhys

 

Jean Rhys werd in 1890 geboren op het Caribische eiland Dominica, als Ella Rees Williams. Haar vader was afkomstig uit Wales en haar moeder was een Creoolse uit een van Schotland afkomstige familie. Als blank meisje in een hoofdzakelijk zwarte omgeving voelde ze zich geïsoleerd. Ze ging naar een kloosterschool in Roseau. Op 17-jarige leeftijd wordt ze door haar vader naar een tante in Engeland gestuurd, mogelijk omwille van een ongewenste affaire met een zwarte jongen. Ze gaat nog naar school in Cambridge en later naar de Royal Academy of Dramatic Art in Londen. Als haar vader overlijdt is ze echter gedwongen haar studies stop te zetten. Ze keert niet terug naar Dominica ondanks het feit dat haar moeder dit vraagt. Ze gaat als revue meisje aan de slag. Tijdens Wereldoorlog I werkt ze als vrijwilligster in een soldatenkantine. Na de oorlog is ze een tijdje kantoorbediende. In 1919 trouwt ze met een Frans-Nederlandse journalist Jean Lenglet en ze gaat woont met hem in Wenen, Boedapest, later in Parijs en daarna in Londen. Ze krijgen een zoontje dat jong sterft en nog een dochter. Terwijl haar man in de gevangenis zit omwille van fraude heeft ze in Parijs een romance met de schrijver Ford Madox Ford die haar aanspoort te schrijven. Met hetgeen zij hiermee verdient probeert ze zichzelf en haar dochter te onderhouden. Haar romance met Ford eindigt op een bittere manier. In 1927 wordt haar eerste verhalenbundel gepubliceerd “The left bank and other stories” waaruit de volgende zin komt die Rhys en haar werk wel typeert: “The perpetual hunger to be beautiful and that thirst to be loved is the real curse of Eve”. In 1928 verschijnt haar eerste roman “Postures” over een vrouw in Parijs die door een vriend wordt verleidt terwijl haar man in de gevangenis is, een verwijzing naar Ford Madox Ford. In 1931 is het dan de beurt aan “After Mr. McKenzie”, in 1934 gevolgd door “Voyage in the dark” gebaseerd op een breuk met een van haar minnaars, en in 1939 “Good Morning, Midnight” over een ouder wordende vrouw die naar Parijs terugkeert en over de mooie en minder mooie momenten in het leven nadenkt. Deze boeken gaan allemaal over in de steek gelaten vrouwen. De schrijfster zegt zelf dat het allemaal over zichzelf gaat, en dat ze ongelukkig moet zijn om te kunnen schrijven maar ook dat ze door te schrijven afrekent met haar verdriet. “I would write to forget, to get rid of sad moments. Once they were written down they were gone”. Ze schrijft wel met grote zelfkennis over zichzelf en ze laat zonder gêne ook zien hoe anderen over de vrouwelijke hoofdpersonages (en dus over haar) denken. Jean Rhys trouwt nog twee keer en trekt zich op het Engelse platteland terug. Ze leeft in armoede en erg eenzelvig zodat er zelfs gedacht wordt dat ze overleden is. Ze is wantrouwig en beschouwt andere mensen als “walking trees”. Ze drinkt veel. In 1948 wordt ze gearresteerd omwille van het beledigen van haar buren en de politie. In de jaren 60 werd haar laatste boek voor de BBC bewerkt en begon ze aangemoedigd door journalist en criticus Francis Wyndham. In 1966 verschijnt dan haar meest succesvolle roman”Wide Saragossa Sea” waarin ze schrijft over de eerste vrouw van Rochester, de held uit “Jane Eyre” van Charlotte Brönte. Deze vrouw was immers afkomstig uit dezelfde regio als Jean Rhys, die er van overtuigd was dat Brönte iets tegen de eilanden had en daarom dit verhaal schreef. Voor deze roman won ze twee literaire prijzen. In 1978 werd ze Commander of the Order of the British Empire. Ze stierf op 14 mei 1974 terwijl ze nog aan een autobiografie werkte. Nog een citaat van Jean Rhys dat veel zegt over haar opvattingen over mannen en vrouwen: “I often want to cry. That is the only advantage women have over men – at least they can cry”

Truman Capote

 

Truman Capote werd op 30 september 1924 geboren in New Orleans. Zijn naam luidde Truman Streckfus Persons. Zijn vader was Arch Persons en zijn moeder Lillie Mae Faulk. Lillie Mae (Lillie Mae – Lullamae?) verloor op jonge leeftijd haar ouders waarna zij in Alabama opgroeide bij familie in een omgeving die ze verachtte. Zij wilde daarom erg graag opklimmen op de sociale ladder. Haar huwelijk met Persons bracht haar niet wat ze hoopte en Truman was bijna niet op de wereld gekomen want zijn moeder wilde een abortus. Een van haar nichten slaagde er echter in dat te verhinderen. Ze keek nooit veel om naar haar zoon, en zijn vader evenmin. In 1931 scheidde ze en hertrouwde met Joseph Capote met wie ze naar New York verhuisde. Truman bleef in het zuiden wonen bij neven van hem. Met hen had hij een goede band. Hij had er ook een buurmeisje met wie hij goed kon opschieten, de latere schrijfster Harper Lee. Zij zouden hun leven lang bevriend blijven. Na een tijd nam Lillie Mae, die het hoederecht won, haar zoon toch bij haar in huis en haar man adopteerde hem in 1935. Zijn naam was nu Capote. Truman droomde van een geweldig leven in de grote stad. Hij was erg klein en zag er jonger uit dan hij was. Hij lispelde ook en zijn moeder verweet hem zijn weinig mannelijke houding en uiterlijk. Truman Capote was overigens homo en kwam hier open voor uit. Ondanks zijn hoge intelligentie deed hij het niet goed in de school. Met schrijven begon hij echter al op heel jonge leeftijd. Hij zegt zelf dat hij zijn eerste roman schreef op 9 jarige leeftijd. In 1941 gaat hij als copy boy werken bij het tijdschrift The New Yorker. In 1944 gaat hij er weg en niet lang daarna begonnen verschillende tijdschriften verhalen van hem te publiceren. Zijn eerste roman “Other voices, other rooms” verscheen in 1948 en gaat over een jongen die verliefd word op een travestiet. Op de omslag van het boek kwam een controversiële foto van de nogal provocatief poserende schrijver voor. Hij hield er van uit te dagen en te provoceren. Het boek werd een groot succes. “Breakfast at Tiffany’s” verscheen in 1958. Truman Capote noemde de hoofdpersoon in dit boek Connie Gustafson maar wijzigde die achteraf in Holly Golightly. Het boek zou oorspronkelijk uitgegeven worden bij een uitgeverij van de Hearst Corporation. Maar die wilden de vloeken en voor heb ongepaste woorden er uit. Dat weigerde de schrijver en dus verscheen het boek bij een andere uitgeverij. Samen met ‘Cold blood’ , een “non-fiction novel” zoals de schrijver het zelf noemde over een bekende moordzaak, is “Breakfast at Tiffany’s” zijn meest bekende boek. In 1975 werden een reeks verhalen van hem gepubliceerd die gingen over bekende society-figuren waarmee hij bevriend was. De wijze waarop hij hen portretteerde in zijn bijtend proza zorgde ervoor dat hij werd buitengesloten door de society kringen waarin hij verkeerde. Dit verbitterde hem en hij begon, net als zijn moeder, stevig te drinken en narcotica te gebruiken. Op 25 augustus 1984 overleed hij tengevolge van een overdosis. Truman Capote zelf heeft ooit over het leven gezegd: “Life is a moderately good play with a bad written third act”.

 

Purus vitae dolor ut eu - Urna pulvinar suspendisse